OM eist 6 jaar cel voor moordaanslag op Cor van Hout
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag zes jaar gevangenisstraf geëist tegen Nico V. (56) en Maruf ‘Paja’ M. (65) voor hun rol bij de aanslag eind 2000 op Heinekenontvoerder Cor van Hout en diens kompaan Bas Vermeulen. In de rechtbank op Schiphol spraken de aanklagers van „een misdrijf van de ergste soort”, dat de beoogde doelwitten „wonder boven wonder hebben overleefd”.
Van Hout en Vermeulen werden op 20 december 2000 kort voor middernacht bij de woning van Van Houts toenmalige partner Sonja Holleeder in Amstelveen van afstand beschoten met een scherpschuttersgeweer. Ze lieten zich op de grond vallen, hielden zich minutenlang dood en kwamen met de schrik vrij. Voor Cor van Hout was de aanslag, de tweede op zijn leven, uitstel van executie. Hij werd begin 2003 samen met een vriend alsnog geliquideerd toen hij een Chinees restaurant in de Dorpsstraat in Amstelveen verliet.
Het OM ziet Nico V. - in het verleden al eens tot twaalf jaar cel veroordeeld wegens moord - als de man die eind 2000 de trekker overhaalde. Hij zou rond de aanslag intensief contact hebben onderhouden met M. Zo zouden de twee, die vooral hebben gezwegen, elkaar kort na de aanslag hebben ontmoet in Amsterdam-Zuid.
Justitie heeft het bewijs in de zaak verzameld aan de hand van telecomgegevens, telefoontaps en verklaringen. Cor van Hout wees direct na de aanslag naar de later zelf doodgeschoten crimineel John Mieremet, die nauwe banden onderhield met de verdachten. Daarnaast liggen er onder meer verklaringen van kroongetuige Edgar van L., die rond de eeuwwisseling veel optrok met Mieremet. Volgens hem heeft Mieremet de aanslag op Van Hout samen met Willem Holleeder laten plegen.
V. en M. werden in 2001 al aangemerkt als verdachten, maar gingen toen vrijuit bij gebrek aan bewijs. In 2008 kwam het alsnog tot een zaak, maar verklaarde de rechtbank het OM na een eis van acht jaar celstraf niet ontvankelijk. In 2011 bepaalde het gerechtshof dat het proces overnieuw moest. Vanwege de verstreken tijd matigde het OM de oorspronkelijke eis dinsdag met twee jaar.
De advocaten van V. en M. vroegen de rechtbank het OM net als in 2008 niet-ontvankelijk te verklaren. Volgens hen is geen nieuw bewijs aangedragen.
De uitspraak is 18 maart.