„Anderhalve dag schieten per week is genoeg”
Elke woensdagmiddag en zaterdag klinken er harde knallen in Elspeet. Jagers en sportschutters schieten dan in het Nationaal Jachtschietcentrum Berkenhorst op kleiduiven om hun schietvaardigheid op peil te houden. Buren gedogen de geluidsoverlast. Maar uitbreiding van het aantal schieturen zien ze niet zitten. „Straks lijkt het hier Irak wel.”
Het bungalowpark van H. Ouwendorp grenst direct aan de schietbaan. „Op woensdagmiddag en zaterdag ontvang ik geen potentiële gasten. Die komen hier voor de rust. Als ze dat geknal horen, zijn ze snel weer verdwenen.”
Ouwendorp maakt zich zorgen over de toename van het aantal uren dat er mag worden geschoten. De gemeente Nunspeet wil het schietcentrum een milieuvergunning geven voor 38 uur schieten per week. Daar komen nog eens tien vrij te kiezen schietdagen van tien uur bij. Voorwaarde is wel dat er een geluidswal moet komen om de geluidsoverlast te weren.
Ouwendorps collega P. A. Wiedenhof, eigenaar van Landgoed Stakenberg, maakte samen met eigenaar G. Mulderij van camping De Schapendrift en een buurtbewoner bij de Raad van State bezwaar tegen de nieuwe milieuvergunning. „Die adviseerde een mediator in te schakelen. Wij zijn gaan praten met het bestuur van schietvereniging Berkenhorst en de gemeente Nunspeet, maar ogenschijnlijk komen wij geen stap verder”, aldus Wiedenhof.
De bezwaarmakers kregen deze week versterking van vijf natuurorganisaties. De Gelderse Milieufederatie, Het Geldersch Landschap, Staatsbosbeheer regio Gelderland, Natuurmonumenten en de Stichting tot behoud van het Veluws Hert uitten in een brief aan het college van Nunspeet hun bedenkingen tegen de uitbreiding.
O. Slakhorst, woordvoerder namens de vijf organisaties, vindt dat „een lawaaiactiviteit als kleiduivenschieten niet past in het centrum van een natuurgebied als de Veluwe. Op 1200 meter ten oosten van het schietcentrum begint het stiltegebied Noordoost-Veluwe. Uit onderzoek blijkt dat de knallen van het schietcentrum op 3 kilometer afstand nog een geluidsbelasting van 40 tot 60 decibel geven.”
De natuurorganisaties vinden het onbegrijpelijk dat de gemeente Nunspeet de milieuvergunning wil verlenen, „die volledig tegemoetkomt aan de uitbreidingswensen van het schietsportcentrum ten behoeve van een zeer kleine doelgroep.”
Interim-baanbeheerder D. Gussinklo van het schietcentrum vindt de bezwaren van de buren „begrijpelijk. Wij zijn bereid om aan de buurt tegemoet te komen. Daarom willen we een geluidswal aanleggen van 7 meter hoog. Daar bovenop komt nog eens een scherm van 2 meter te staan. Daardoor vervagen de knallen tot aanvaardbare achtergrondgeluiden. Alleen, zo’n wal kost enkele tientallen tonnen euro’s. We kunnen die alleen betalen door de banen meer te verhuren. Daarin worden we behoorlijk dwarsgezeten, terwijl de buurt er alleen maar beter van wordt.”
Ook wethouder H. Westenbroek van gemeente Nunspeet denkt dat de geluidsoverlast uiteindelijk zal verminderen. „Een onafhankelijk akoestisch onderzoeksbureau heeft bewezen dat de stilte zal toenemen door de geluidswal. Daarom denk ik dat de provincie ook niet moeilijk zal doen over de nieuwe vergunning.”
Buurtbewoners vermoeden dat er chantage in het spel is. „Als Berkenhorst de vergunning niet krijgt, dreigt ze weg te gaan. Het terrein is eigendom van de gemeente, dus die blijft dan met de vervuilde grond zitten.” De bodemverontreiniging is afkomstig van de vele loden hagelkogeltjes. Sanering kost miljoenen.
Gussinklo zegt er inderdaad sprake is van geweest dat het schietcentrum weg moest. „De bodemsanering zou dan voor rekening van de gemeente komen. Terwijl wij vanuit het Rijk de verplicht zijn om binnen dertig jaar de grond schoon te hebben. Daar zijn we nu al voor aan het sparen.”
De baanbeheerder staat op. Hij moet op een van de drie buitenschietbaan een groep schutters begeleiden. Om de beurt richten vijf schutters hun jachtgeweer op de oranje schijven die door de lucht vliegen. „Klaar, daar komt-ie.” Een harde knal, soms twee vlak achter elkaar, en de kleiduif spat uit elkaar. De felgekleurde stukken klei liggen overal verspreid. „Twee keer in het jaar ruimen we alles op.”
Naast de drie buitenbanen is er ook een ondergrondse schietbaan op het terrein van Berkenhorst. Ook daar staan vijf schutters op een rij. Een oorbeschermer moet voorkomen dat ze hun gehoor beschadigen. Een meisje met een Amerikaanse legergeweer, een M16, kijkt door haar vizier naar de schietschijf, 100 meter verderop. Als ze afdrukt, verlicht het mondingsvuur de schemerige kelder. De doffe knal is zelfs met oorbeschermer aan de harde kant.
Een schutter die niet met zijn naam in de krant wil, vindt al de negatieve aandacht voor schietverenigingen maar nonsens. „Wij komen hier voor ons plezier en doen geen kip kwaad. Berkenhorst zit hier al 55 jaar. Al die bezwaarmakers zijn hier veel later in de buurt komen wonen. Ze wisten dat er een schietbaan in de buurt was. Als ze last hebben van het geknal, hadden ze hier niet moeten komen.”