De organisatie trekt die conclusie op basis van haar donderdag gelanceerde Kieswijzer Kinderrechten, met het oog op de verkiezingen op 17 maart. Gekeken is onder meer naar armoede, jeugdzorg, onderwijs, jeugdstrafrecht, migratie, ontwikkelingssamenwerking, seksuele uitbuiting en discriminatie.

Volgens Defence for Children scoren ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en D66 goed op deze onderwerpen. „Andere politieke partijen zijn nagenoeg voorbijgegaan aan de 3,5 miljoen kinderen in ons land”, aldus Mirjam Blaak, directeur van Defence for Children.

Blaak stelt dat de vijf genoemde politieke partijen het VN-Kinderrechtenverdrag en andere verdragen serieus nemen „en vertalen deze in concrete investeringen in kinderrechten”.

Volgens Defence for Children hebben kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen meer kans op een slechte gezondheid, op lager dan gemiddelde schoolresultaten en lopen zij een groter risico in aanraking te komen met kindermishandeling en verwaarlozing. „Opvallend is dan ook dat niet veel partijen het bij armoede specifiek over beleid voor kinderen hebben”, aldus de organisatie.

De partijprogramma’s gaan volgens haar hoofdzakelijk over de aanpak van inkomen en schulden van ouders. Er worden nog steeds gezinnen afgesloten van drinkwater of het huis uitgezet, omdat ze de huur of de rekening niet kunnen betalen. PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie hebben concrete plannen om dit te verbieden, aldus de Kieswijzer.

VVD, D66, DENK, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en de PVV vinden dat wanneer een kind jeugdhulp nodig heeft er tijdig hulp op maat moet worden geboden. Wachtlijsten mogen daarvoor geen belemmering vormen, vinden die partijen. Bijna alle partijen zien volgens de Kieswijzer de noodzaak van het verbeteren van de jeugdzorg en zeggen hiervoor extra budget te reserveren.