Sabee werd op 24 juni 2016 bij zijn huis in De Meern doodgeschoten. Hij zou betrokken zijn geweest bij een drugstransport van D. dat in mei 2013 in de haven van Dover werd onderschept. Volgens verklaringen van Sabee hield D. hem verantwoordelijk voor het mislukken van het transport. D. eiste drie ton schadevergoeding maar Sabee weigerde te betalen, omdat hij zich niet verantwoordelijk voelde. De uitvoerders van de liquidatie zijn tot dusver niet gepakt.

Dit conflict zou zijn uitgemond in moordplannen. Sabee werd zowel door criminele connecties als door de politie gewaarschuwd. In juni 2014 werd een eerste poging ondernomen hem van het leven te beroven. Sabee werd door meerdere kogels geraakt, maar zijn leven kon worden gered. De schutter raakte eveneens gewond doordat Sabee hem aanreed. Deze uitvoerders zijn wel opgespoord en uiteindelijk veroordeeld.

Na de mislukte moordaanslag heeft Sabee een reeks zogenoemde testamentverklaringen afgelegd, waarin hij onder meer uit de doeken doet dat hij nagenoeg zeker weet dat D. hem naar het leven staat en dat de dreiging onverkort aanwezig is. D.’s advocaat betwist de betrouwbaarheid van die verklaringen, op basis van een rapport van rechtspsycholoog Peter van Koppen.

Marcel D. zwijgt consequent tijdens zijn berechting, die plaatsvindt in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp. Volgens justitie onderhield D. in het drugsmilieu in de Utrechtse regio contact met onder anderen Ridouan Taghi, de hoofdverdachte in het geruchtmakende liquidatieproces Marengo. Uit het strafdossier tegen D. blijkt dat hij met Taghi communiceert over het peilbaken dat hij in januari 2016, enkele maanden voor de moord, onder de auto van Sabee zou hebben laten aanbrengen, om zo zijn gangen te kunnen volgen.

Het onderzoek naar de drugstransporten startte na de liquidatie van Aziz Anzi (37) in september 2015. Hij bleek criminele zaken met D. te doen, aldus justitie. In november eiste het OM tegen een vijftal veronderstelde leden van de drugsbende celstraffen tot veertien jaar.