De cartotheek bestaat uit 157.694 kaarten met daarop persoonlijke informatie en is onderdeel van het oorlogsarchief van het Rode Kruis. Die organisatie verzamelt sinds 1945 informatie over oorlogsslachtoffers, vermiste personen en krijgsgevangenen om nabestaanden te kunnen informeren over het lot van hun dierbaren. Het volledige archief heeft betrekking op 1,5 miljoen mensen en werd in 2018 overgedragen aan het Nationaal Archief. De cartotheek komt nu als uitzondering daarop in handen van het Joods Cultureel Kwartier (JCK), waar het Nationaal Holocaust Museum onder valt.

„Bij het Nationaal Archief zou het behoud in goede handen zijn, maar zou de cartotheek onzichtbaar zijn. Juist het Nationaal Holocaust Museum biedt de passende context en de ruimte om de cartotheek te tonen”, licht directeur van het Rode Kruis Marieke van Schaik de keuze toe.

Het JCK is dankbaar dat het museum de fysieke herinnering van de slachtoffers mag tentoonstellen. Annemiek Gringold, projectleider binnen het museum, was ademloos toen ze de cartotheek voor het eerst zag. „Hier stond van elk individu binnen de vooroorlogse Joodse gemeenschap een kaart en samen vormden die kaarten een tastbaar object van de gemeenschap die tijdens de Holocaust werd weggevaagd en waarvan slechts een minderheid zou overleven.”

Het Nationaal Holocaust Museum wordt momenteel verbouwd en hoopt in het najaar van 2022 weer open te zijn.