Rechter geeft PKK–kopstuk Kesbir week respijt
Nuriye Kesbir, het van terreurdaden verdachte kopstuk van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, hoort op 8 november of ze mag worden uitgeleverd aan Turkije. Dat bleek maandag voor de rechtbank in Den Haag tijdens een kort geding dat Kesbir had aangespannen tegen de beslissing van minister Donner (Justitie) om haar uit te leveren.
Kesbir vreest martelingen en andere schendingen van haar rechten in Turkije. Het Openbaar Ministerie in dat land verdenkt de politica ervan dat ze in de jaren negentig heeft deelgenomen aan terroristische acties, met vele doden en gewonden als resultaat. Ze zou ook vrouwelijke terroristen hebben getraind. De partij van Kesbir, die inmiddels Kongra–Gel heet, strijdt tegen de Turkse overheersing van Koerdistan, waarvan een deel in Oost–Turkije ligt.
Kesbir heeft de beschuldigingen altijd tegengesproken en probeert sinds haar aanhouding op Schiphol in september 2001 uitlevering aan Turkije te voorkomen met een reeks juridische procedures, waarbij ze tot nog toe steeds nul op het rekest kreeg. Als de rechtbank in Den Haag haar volgende week maandag in het ongelijk stelt, rest Kesbir alleen nog de gang naar het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.