Huisartsenvereniging: minister komt vaccinatieafspraken niet na
Ondanks eerdere afspraken die de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft gemaakt met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen huisartsen toch niet in januari al gevaccineerd worden tegen Covid-19. Dit is een besluit van minister Hugo de Jonge, meldt de vereniging dinsdag.
„De minister laat de huisartsen en daarmee hun patiënten in de kou staan”, stelt Ella Kalsbeek, voorzitter van de LHV. De vereniging betreurt de beslissing omdat er „een haalbare oplossing was gevonden waarbij huisartsen die onmisbaar zijn in de spoedzorg snel konden worden ingeënt.”
Begin deze maand werd bekendgemaakt dat ook huisartsen met prioriteit een vaccinatie zouden krijgen. Dat gebeurde kort nadat VWS had laten weten zorgpersoneel in de acute zorg voorrang te geven. In de eerste berichten werden huisartsen aanvankelijk niet genoemd, waarna LHV overleg voerde met VWS.
Dat huisartsen nu toch geen prioriteit krijgen, noemt Kalsbeek onbegrijpelijk. „De minister laat de kans liggen om snel de huisartsen in de frontlinie te beschermen en daarmee ook de verzekering dat een grote groep kwetsbare patiënten op hun huisarts kan blijven rekenen.”
Volgens de LHV gaat het met de huisartsen om een „betrekkelijk kleine beroepsgroep” die „cruciaal is voor de spoedzorg en Covid-zorg” en die „direct effect heeft op de belasting van de ziekenhuizen”. Daarnaast zouden veel huisartsen een deel van de vaccinaties voor hun rekening nemen.
Dat de huisartsen niet gevaccineerd kunnen worden, komt volgens de LHV doordat de eerste levering Moderna-vaccins voor huisartspatiënten te klein is om ook huisartsen en personeel mee in te enten. De vereniging zegt hiervoor echter een alternatief te hebben bedacht, maar stelt dat de minister deze oplossing naast zich neerlegt.