OM vraagt vrijspraak in zaak dodelijk duikongeval
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag bij de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem vrijspraak gevraagd voor vier militairen die in 2015 betrokken waren bij een duikongeval waarbij hun collega om het leven kwam. Het OM had de vier beschuldigd van het overtreden van de dienstvoorschriften door de duik niet af te breken toen spraakcommunicatie niet meer werkte, waardoor een levensgevaarlijke situatie kon ontstaan. Justitie concludeert dat de voorschriften juridisch gezien niet op de juiste wijze waren vastgelegd, waardoor de vier in strafrechtelijke zin niets te verwijten valt.
De aanklagers spraken van „een onbevredigend einde” en noemden de gang van zaken van het strafrechtelijke onderzoek „niet fraai”, mede gezien de lange duur ervan en het gesteggel over de aard van de beschuldigingen. Tijdens de meerdaagse strafzaak bleek na verhoren van verschillende getuigen en deskundigen dat er binnen Defensie verschillende interpretaties bestaan over welke dienstvoorschriften golden en wat de juridische geldigheid hiervan was.
De conclusie dat er geen strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, betekent volgens het OM niet dat er geen fouten zijn begaan. Er is eerder al een kritisch onderzoeksrapport naar aanleiding van het duikongeval verschenen. De aanklagers merkten op te hopen dat deze strafzaak aanleiding geeft nog eens naar de beheersing van risico’s binnen Defensie te kijken.
De militairen deden op 23 november 2015 in de Caracasbaai bij Curaçao een mijnoefening. De collega maakte een duik naar ongeveer 40 meter diepte. Toen de vrouw niet meer reageerde, werd een reddingsactie gestart, maar die mocht niet meer baten. Nog steeds is niet duidelijk wat er precies is gebeurd. De vrouw had haar duikset niet meer om toen zij boven water werd gehaald. Volgens de patholoog-anatoom is zij door verstikking om het leven gekomen, maar de oorzaak hiervan is niet komen vast te staan.