Premier Curaçao tevreden met het gelijk over financiën
Minister-president Eugene Rhuggenaath is tevreden dat de Raad van State de regering van Curaçao gelijk heeft gegeven in haar bezwaar tegen het financieel ingrijpen door Nederland in 2019. De uitspraak van de Raad werd onlangs openbaargemaakt. De Rijksministerraad legde Curaçao in 2019 een zogenoemde financiële aanwijzing op omdat Curaçao zich niet aan de begrotingsregels zou hebben gehouden. Curaçao maakte daarop bezwaar.
De Raad zegt nu dat het bezwaar terecht is op de meeste punten. Op één onderdeel moet Curaçao nog wel de aanwijzing volgen, dat is het terugbetalen van schulden aan het Curaçaose Pensioenfonds vóór eind 2022. Rhuggenaath stelt dat de zaak nu is afgerond wat hem betreft. „We kunnen in het Koninkrijk meer bereiken door te overleggen, in plaats van eenzijdig aanwijzingen op te leggen.” In november hebben Nederland en Curaçao een politiek akkoord gesloten over financiële steun voor de komende zes jaar. Daarvoor moeten op het eiland wel hervormingen worden doorgevoerd.
De regering-Rhuggenaath heeft altijd volgehouden dat de aanwijzing onterecht was omdat het eiland zelf al veel heeft gedaan om de begrotingen in balans te houden. Daartoe werd vorig jaar ook een zogenaamd Groeiakkoord met Nederland gesloten. Volgens de Raad sprak daaruit ook het streven van Curaçao om tot een sluitende begroting te komen.