Catechismusverklaring van Vermeer opnieuw uitgegeven
Justus Vermeer is weleens genoemd „een plant en een hoeksteen in Gods huis.” Zijn catechismusverklaring wordt in sommige kringen nog steeds gelezen. Nu verschijnt een heruitgave, onder de oude titel ”De leer der waarheid die naar de godzaligheid is”.
Mr. Justus Vermeer leefde van 1696 tot 1745 en was in het dagelijks leven rechtsgeleerde en oefenaar in de gereformeerde kerk te Utrecht. Aan het einde van zijn leven schreef hij zijn catechismusverklaring, „voorgesteld, bevestigd en toegepast in 85 oefeningen”. Vanwege de lengte ervan waren deze oefeningen niet goed bruikbaar in de huidige leesdiensten. Tientallen preeklezers hadden ieder voor zich door alle jaren heen veel werk aan het inkorten en zelfs samenvoegen van Vermeers oefeningen. De nu verschenen uitgave van ”De leer die naar de godzaligheid is” (uitg. Gebr. Koster, Barneveld) was een initiatief van de kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Nederland (ggiN) te Barneveld en bevat preken die binnen de duur van een hedendaagse kerkdienst te lezen zijn.
Het Woord vooraf is van de hand van ds. J. Roos, predikant van de ggiN te Barneveld. Hij noemt Vermeer „ouderling, leerjongen en bevoegd oefenaar”. In zijn catechismusverklaring legt Vermeer op Schriftuurlijk-bevindelijke wijze uit „dat men niet anders tot de enige troost in leven en sterven kan komen, dan langs de weg van het levenslang beoefenen van de driedeling, ellende, verlossing en dankbaarheid”, schrijft ds. Roos.
Vanwaar zoveel waardering voor deze catechismusverklaring uit de achttiende eeuw?
„Deze verklaring is voor ons een kostbaar juweel, want de inhoud ervan is uitmuntend. Vermeer bezat de gave om zijn grondige Bijbelkennis in heldere bewoordingen uiteen te zetten. Duidelijk is te merken dat deze Utrechtse ambtsdrager een leerjongen van Christus was op de hemelse academie. Zijn geheiligde kennis, gevoegd bij de omgang die hij had met Gods volk en zijn wens om de geloofsleer zuiver te handhaven tegenover de dwalingen van zijn tijd, hebben geleid tot deze catechismusverklaring. Zijn uitleg is zuiver, evenwichtig en separerend. Vermeer toont leeuwenmoed als het gaat om de eer van zijn Heere. In de tijd dat ik ouderling was in De Beek-Uddel heb ik deze verklaring in de gemeente gelezen. Het was een bijzondere tijd, want de Heere gaf Zijn zegen, zowel in het lezen als in het luisteren.”
Vermeer was vooral in staat om met de moeden en de moedelozen een woord ter rechter tijd te spreken.
„Vermeer had een troostwoord voor Gods volk, ongeacht hun stand in het genadeleven. Hij hangt de voederbak zo laag dat het kleinste lammetje voedsel krijgt, maar ook zo hoog dat alle schapen er bij kunnen. Toch kan hij ook scherp zijn, zeker voor hen die zich iets inbeelden zonder enige kennis van hun verlorenheid en de zaligheid in Christus.”
Het inkorten van andermans preken is een verantwoordelijk werk. In de beide nieuwe bundels vinden we echt nog steeds Vermeers gedachtengoed?
„Het inkorten van preken is hoogst verantwoordelijk werk. Niet iedereen kan dat. Maar deze catechismusverklaring moet bewaard blijven voor het nageslacht. Daarvoor moest er wel iets aan gebeuren. Ik ben ervan overtuigd dat dit moeilijke werk zorgvuldig is gedaan en dat het wezenlijke van deze preken niet is aangetast.”