Urker ouders staan op tegen relschoppers
Ze zijn het zat, die rellen in het weekend. Een groep ouders uit Urk gaat zaterdagavond de straat op om relschoppende jongeren aan te spreken. Initiatiefnemer Louwe Kramer: „Hier kom ik voor van de bank af, het moet afgelopen zijn.”
Al wekenlang is het in het weekend onrustig op straat, met name in het Wilhelminapark. Jongeren gooien met vuurwerk, stichten brandjes en verzetten zich tegen de inzet van de politie. Ondernemer Louwe Kramer („Ik ben gewoon een betrokken Urker”) weet precies hoe de rellen ontstaan. „In de ochtend komen een paar jongens bij elkaar om een plannetje te maken. De een zegt dit, de ander gooit er nog een schepje bovenop. De mogelijke dreiging van de politie en de ME maakt het alleen maar spannender voor die gasten. ’s Avonds gaan ze de straat op en beginnen ze vuurwerk af te steken. Een groepje nieuwsgierige Urkers dat verder geen kwaad in de zin heeft, komt even kijken. Er verzamelen zich meer toeschouwers en voor je het weet ontstaat er een wedstrijd van de politie tegen de jongeren en loopt het alleen maar verder uit de hand.”
Kramer is er klaar mee. De ondernemer plaatste deze week een bericht op Facebook om ouders op te roepen zaterdag de straat op te gaan.
Hoe kwam u op het idee voor dit initiatief?
„Ik vind het belangrijk om als gewone vaders en moeders een statement te maken. We zoeken geen ruzie met de jeugd, we lopen gewoon op straat om in gesprek te gaan en onze betrokkenheid te tonen. Met een duidelijke boodschap: dit willen we niet op ons dorp. Al dit gerel gaat in tegen Gods gebod. Daar moeten we mekaar op kunnen aanspreken.”
Hoeveel ouders doen er mee?
„Geen flauw idee, maar ik hoop een grote groep. Morgen doen we dit voor de eerste keer en hopelijk ook meteen voor de laatste keer. In het verleden nam ik wel vaker initiatief als er ongeregeldheden waren. Zo werd er tien jaar terug nog een vuurwerkbom geplaatst bij de burgemeester. Toen voerde ik een discussie met de jeugd in de sporthal en riep ik ouders bij elkaar. Om een spiegel voor te houden. Het is onze jeugd, dus bij problemen zie ik het als onze taak om het zelf op te lossen.”
Weet de gemeente van de actie?
„Zeker, ze zijn er zelf ook bij betrokken. Ik heb met de burgemeester gebeld om wat uit te leggen over het initiatief. Die man is pas net twee maanden burgemeester, we hadden hem graag een ander welkom gegund.
In overleg hebben we het een en ander georganiseerd. Ik ben zelf eigenaar van een zalencentrum dat dicht bij de locatie ligt waar de meeste jongeren komen. Daar verzamelen we ons zaterdagavond en geven we samen met de politie instructies aan iedereen die komt. De belangrijkste boodschap: ga geen ruzie maken, vermijd discussies. Geef blijk van je betrokkenheid en bewogenheid op een nette manier.”
Wat wilt u tegen de jongeren zeggen?
„Om eerlijk te zijn heb ik nog geen vastomlijnd plan. Ik ga in ieder geval geen grote toespraken zitten houden. Ik hoop dat ik kwijt kan dat het me aan het hart gaat wat hier allemaal gebeurt. Als christenen geven we zo niet de goede boodschap af. Deze rellen zijn slecht voor het imago van Urk.”
In de media is de afgelopen weken veel bericht over de situatie in Urk. Hoe kijkt u hier tegenaan?
„Wat hier gebeurt, kan niet door de beugel. Dat is duidelijk.
Tegelijkertijd lig je als christelijke gemeenschap onder een vergrootglas. In andere steden vinden ook weleens rellen met jongeren plaats. Daar hoor je veel minder over. Maar als er op Urk iets gebeurt, is het al gauw nieuws.
Media berichten uitgebreid over alle ophef en beschimpen meteen maar de christelijke boodschap. Op sociale media zegt men de meest vreselijke dingen over ons, waarbij de naam van God ook door het slijk wordt gehaald. Dat doet me pijn.
Het neemt niet weg dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met die rellen. Maar we willen het probleem graag oplossen op een christelijke manier, bewogen en liefdevol.”