Basisschoolkinderen zijn beter gaan rekenen
Nederlandse basisschoolleerlingen zijn beter gaan rekenen, constateren onderzoekers van de Universiteit Twente. De resultaten zijn „significant gestegen.”
Iedere vier jaar peilt de Universiteit Twente voor een internationale vergelijkende studie onder meer het rekenniveau van kinderen uit groep 6.
De significante stijging volgt na dalingen in 2015 en in 2011. Ook de vaardigheden in natuur- en scheikunde zijn volgens de studie verbeterd. Bij biologie en aardrijkskunde bleef het niveau gelijk. De onderzoeksresultaten zijn van voor de coronacrisis.
Het onderzoek is in 58 landen uitgevoerd. In dertien landen scoorden de leerlingen hoger met rekenen dan in Nederland. Singapore staat bovenaan, gevolgd door Hongkong en Zuid-Korea. Ook in landen als Rusland, Engeland en Litouwen rekenden de kinderen meer sommen goed uit.
Voor het onderzoek maakten in totaal 3355 leerlingen van 112 scholen een toets. Bij rekenen valt op dat jongens gemiddeld beter presteren dan meisjes. Volgens de onderzoekers hebben meisjes vaak minder zelfvertrouwen als het om rekenen gaat.
Het niveau van natuuronderwijs is gelijk gebleven. Dat is volgens de onderzoekers geen goed nieuws, omdat dat in voorgaande jaren daalde en dus niet is hersteld. Internationaal gezien doen Nederlandse kinderen het ook „beduidend minder goed” qua natuuronderwijs dan met rekenen.
Mooie opsteker
Dat de rekenprestaties beter zijn geworden, noemt onderwijsminister Arie Slob „een mooie opsteker”. Hij prijst leraren en leerlingen die „ondanks moeilijke omstandigheden zoals een tekort aan personeel” toch de resultaten konden verbeteren.
Het rekenniveau is ondanks de stijging nog wel altijd lager dan in 1995, toen het onderzoek voor het eerst werd uitgevoerd. De onderzoekers merken op dat zowel leerlingen als leerkrachten in Nederland positiever over hun school zijn dan in omringende landen. Er wordt weinig gepest en leerkrachten ervaren het gedrag van kinderen minder vaak als problematisch.
Veel nadruk op leerprestaties wordt in Nederland niet gelegd. In bijna alle onderzochte landen leggen leerkrachten, ouders en de leerlingen hier zelf meer nadruk op. In Engeland zit bijvoorbeeld 12 procent van de leerlingen op een school waarvan de prestatiegerichtheid in het onderzoek als „zeer hoog” is bestempeld.