De Veer doet zijn onderzoek op verzoek van minister Kamp van Defensie. De Veer blijft een paar dagen in Irak, zo meldde Defensie dinsdag.

Kamp besloot tot het vervolgonderzoek op basis van een eerste reconstructie van de gebeurtenissen door de Koninklijke Marechaussee. De Veer zal die reconstructie beoordelen en zonodig aanvullen. Daarvoor bezoekt hij de komende dagen de Iraakse provincie al Muthanna, waar de 1350 Nederlandse militairen zijn gelegerd.

De aanval in ar Rumaythah op de Nederlandse militairen was de zwaarste en best georganiseerde sinds de Nederlanders vorig jaar augustus in Irak aankwamen. Gedurende drie tot vier uur werden de Nederlanders telkens weer beschoten door vijftien tot twintig Irakezen. Die beschoten de Nederlanders met geweren, mitrailleurs en antitankgranaten.

Waarschijnlijk hebben de Irakezen ook vanaf het dak van het lokale politiebureau geopereerd. Zeker was dat de lokale autoriteiten de Nederlanders niet hebben gewaarschuwd voor de op handen zijnde aanslag.

Minister Kamp zei vorige week tijdens zijn bezoek aan Irak tegen de gouverneur van al Muthanna dat een nieuwe hinderlaag de relatie tussen Nederlanders en Irakezen „onherstelbaar zou beschadigen". Kamp eiste van de gouverneur dat politiediensten en bevolking de Nederlanders tippen als ze iets weten over aanslagen.

Jeroen Severs was op 14 augustus de tweede Nederlandse militair die omkwam in Irak, nadat op 10 mei sergeant der eerste klasse Dave Steensma was gedood door een granaataanslag in as Samawah. Het Britse leger moest afgelopen week acht verdachten van de aanslag op Severs vrijlaten wegens gebrek aan bewijs.