Welbeschouwd: Zwartepieten en ander ongemak
Een prima datum om te zwartepieten is 5 december. Een korte zoektocht via Google leert dat het spel met deze naam nog steeds bestaat én verkrijgbaar is. Onbestaanbaar eigenlijk in deze tijd van antidiscriminatie.
Zwartepieten heeft niks met Sinterklaas te maken. Wel met de uitdrukking ”iemand de zwartepiet toespelen.” Als dat gebeurt, heb je verloren. Dan ben je verantwoordelijk, draag je schuld.
Politici houden van zwartepieten. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Dat geldt ook voor regeren en leidinggeven. Er gaan altijd wel dingen mis. Het is de kunst om de verantwoordelijkheid daarvoor bij je tegenstander neer te leggen. Als je die zwartmaakt, kom je zelf in een positief daglicht te staan. Wilders is daar goed in. Hij heeft verschillende zwartepieten: voor Marokkanen en vluchtelingen. En vanzelfsprekend ook voor de regering.
In de samenleving is het spel tijdloos populair. Vroeger ging de zwartepiet naar de Joden. Zij kregen de schuld van een pestepidemie, een economische crisis. Ze fungeerden daarmee als bliksemafleider. Door een oorzaak te benoemen, kon je narigheid beter accepteren. Had je een uitlaatklep voor agressie. Gaf je gezicht aan angst. Tegenwoordig gaat hij vaak naar de christenen. Waarom mogen zij naar de kerk, terwijl de kroeg gesloten is? Hoe bestaat het dat scholen anno 2020 antihomoverklaringen laten ondertekenen? Dat is het leuke van het spel: het maakt niet uit wat waar is.
Postmoderne mensen schuiven de zwartepiet graag naar mensen van vroeger. Zoals Jan Pieterszoon Coen, een bekende baas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) uit de zeventiende eeuw. Hij is de huidige verpersoonlijking van kolonisatie, uitbuiting en volkenmoord. Zijn standbeelden moeten weggehaald, zijn straatnamen veranderd. Maar ook anderen krijgen ervan langs. Regenten, kooplieden, militairen. Kinderen van hun tijd. Ze deden wat nu achterhaald is, accepteerden wat nu niet meer kan, werkten mee aan wat nu onrecht heet. Dat heet met recht zwartepieten: de verantwoordelijkheid elders neerleggen met de suggestie dat je zelf schone handen hebt. Alsof generaties na ons niet ook hun eigen normeringskader zullen hebben.
Zwarte Pieten zijn verdwenen uit het straatbeeld. Want ook Sinterklaas kreeg de zwartepiet. Hij is geframed als de blanke kindervriend die goeddeed ten koste van zwarte slaven. Daarmee kleur je echter de gebeurtenissen uit het verleden met de potloden van nu. Jawel, christenen gingen vroeger soms op een onchristelijke manier met medemensen om. De tijd van kolonisatie en slavenhandel vormt inderdaad een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Die bladzijde is echter niet te herschrijven of te wissen. De mensen van toen handelden immers vanuit hun referentiekader. Het is goed om te leren van hun fouten en ons eigen handelen voortdurend te toetsen aan de Bijbel. Maar tevens niet te vergeten hoe groot de impact van de geschiedenis kan zijn op de mensen van nu. Het zwartepietenspel heeft niet met Sinterklaas te maken, maar wel met zwarte mensen die altijd genoegen moesten nemen met een ondergeschoven positie. Dat maakte hen extra gevoelig voor discriminatie, die tot vandaag voortduurt. Juist ook onder ons. Ik krijg steeds meer begrip voor hun moeite met Zwarte Piet. Een christen is altijd bereid zich in te leven in de pijn van anderen. Om vervolgens, in zijn pogen om hen voor Christus te winnen, mogelijke hindernissen weg te nemen.