Vier jaar geëist voor fraude met rijbewijzen
Justitie heeft dinsdag voor de rechtbank in Rotterdam straffen van twee tot vier jaar geëist tegen vijf betrokkenen bij de fraude van zeker duizend rijbewijzen. Twee examinatoren van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), een systeembeheerder van het CBR en twee rijschoolhouders hebben volgens het Openbaar Ministerie duizenden euro’s verdiend met de fraude.
De rijschoolhouders koppelden kandidaten voor een examen met hulp van de systeembeheerder aan de twee betrokken examinatoren. Deze werkten voor het bureau nader onderzoek rijvaardigheid (BNOR) van het CBR waar kandidaten terechtkomen die meermalen zijn gezakt voor hun examen. Ook mensen met een buitenlands rijbewijs dat omgezet moet worden naar een Nederlands komen uit bij het BNOR. De betrokken examinatoren zouden de kandidaten telkens zonder problemen hebben laten slagen.
„Op deze manier zijn ruim duizend valse Irakese, Marokkaanse en Turkse rijbewijzen omgezet in Nederlandse", concludeerde officier van justitie R. de Rijck.
De rijschoolhouders betaalden de examinatoren voor hun diensten. Een examen kostte gemiddeld 2000 euro. De kandidaat wist dan wel zeker dat hij zou slagen. Uiteindelijk vielen de examinatoren volgens justitie op door hun hoge slagingspercentage. Ook stelt justitie dat de rijscholen de examinatoren omkochten met etentjes, reizen naar Marokko en Turkije, weekjes Centerparcs en saunabezoekjes.
De examinatoren verweerden zich door te verklaren dat zij van hogerhand examens moesten afnemen. W. van B.B.(Berckel Bik) stelde maandag dat hij meermalen valse buitenlandse rijbewijzen had overhandigd aan zijn leidinggevenden. „Maar steeds kreeg ik de opdracht om toch het examen af te nemen. In een telefoongesprek werd me zelfs verteld dat ik niet zo moest zeuren", aldus Van B.B. Wel konden alle geslaagden volgens hem goed autorijden.
De Rijck gaf tijdens de rechtszaak het BNOR een uitbrander. „De interne controle had veel strakker gekund. Daarbij heb ik de indruk dat examinatoren geen goede instructies kregen. De structuur van het BNOR is zwak, maar dat verontschuldigt deze verdachten niet. Zij hebben grof geld verdiend aan deze zaken en zijn daarom strafbaar", aldus De Rijck.
Mr. A. Moszkowicz, de raadsman van een van de twee examinatoren haakte gedeeltelijk in op de argumenten van de officier, alhoewel hij stelde dat zijn cliënt geen geld had verdiend aan het vervalsen van rijbewijzen. „Het BNOR en het CBR hadden dezelfde wetenschap die mijn cliënt had. Zij hadden redelijkerwijs moeten weten dat dit aan de hand was. Het komt mij voor dat zij net zoveel boter op hun hoofd hebben."
Uitspraak 9 november.