Onderzoek bestuurscrisis Scherpenzeel: stop herindelingsprocedure
Rust en reflectie zijn noodzakelijk in Scherpenzeel. Stopzetting van de lopende herindelingsprocedure, al dan niet voorlopig, is onvermijdelijk. Dat concludeert hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen, die de lokale bestuurscrisis onderzocht.
De bestuurscultuur in Scherpenzeel is verhard, stelt Frissen vast. Er wordt in ‘vijanden’ gedacht, voor minderheidsstandpunten bestaat weinig respect. De onderzoeker ziet dat niet los van de discussie over de toekomst van Scherpenzeel en de in gang gezette herindelingsprocedure. „Strengere stappen van de provincie droegen niet bepaald bij aan compromisbereidheid van andere partijen.”
Stoppen met het herindelingsproces kan het begin zijn van een herstel van vertrouwen in politieke zin, adviseert de hoogleraar. „Het alternatief is helder. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de procedure voort te zetten. Aan politiek Scherpenzeel moet dan wel duidelijk worden gemaakt dat alle vormen van inspraak mogelijk zijn onder de voorwaarde dat herindeling de uitkomst is.”
„Democratisch gezien is dit natuurlijk een paardenmiddel”, stelt Frissen, „maar uit alle documenten en argumentaties blijkt dat GS gemeentelijke zelfstandigheid niet in het belang van Scherpenzeel achten.” Het is dan vervolgens aan de minister en de Tweede Kamer om te beoordelen of de politieke keuze voor gedwongen herindeling terecht is.
Begin september zegden alle drie wethouders het vertrouwen in waarnemend burgemeester Harry de Vries op. De wethouders (SGP en Gemeentebelangen) willen dat Scherpenzeel zelfstandig blijft, De Vries is voor herindeling. De uitgebreide toelichting van de wethouders beschadigde De Vries’ persoon en positie, meent Frissen. Hij spreekt van „een misplaatste positiebepaling”, want een beoordeling van het functioneren van de burgemeester is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Dat een raadsmeerderheid vervolgens het standpunt van de wethouders zonder meer overnam, past in Frissens ogen democratisch evenmin. „Het handelen van de burgemeester is niet formeel, politiek beoordeeld. De Vries is zeer onheus bejegend. Dat de fractievoorzitters hem excuses aanbieden, zou het minste zijn dat politiek gewenst is, nu zijn positie onhoudbaar is gemaakt.”
SGP-fractievoorzitter Maarten Zwankhuizen, vice-voorzitter van de raad, nam het rapport donderdag in ontvangst. „We gaan het in het openbaar bespreken. Frissen snijdt veel aan. De rol van de provincie wordt gaandeweg steviger aangezet. Dat leidt wel tot de conclusie dat haar aansturen op herindeling veel meer kapot heeft gemaakt dan je lief is.”
„Frissen betrekt alles wat er bestuurlijk aan de hand is, op de toekomstvisie en de druk vanuit de provincie”, reageert wethouder Izaäk van Ekeren. „Daarbij heeft vrijwel iedereen vanuit zijn of haar rol wel een bepaalde schuld, zo leert zijn evenwichtige, zorgvuldige analyse.” Fractievoorzitter Marieke van de Beek van oppositiepartij ChristenUnie, voorstander van herindeling, is „blij met het eerherstel voor De Vries. Hij had niet in zo’n kwaad daglicht gesteld mogen worden.”