Volgens MCI blijkt uit studies dat de afwikkelingskosten voor gesprekken tussen vaste en mobiele toestellen bij KPN tien keer hoger liggen dan verbindingen tussen vaste lijnen.

Eerder had het Amerikaanse concern vergelijkbare klachten ingediend tegen de oude nationale telecommaatschappijen in Duitsland en Zweden. De Duitse klacht is inmiddels ingetrokken, nadat de tarieven daar waren gehalveerd. De Zweedse mededingingsautoriteiten onderzoeken de zaak nog.

In een reactie wijst KPN erop dat de Europese Commissie voorstellen voorbereidt voor de tarieven voor telefoonverkeer van vaste naar mobiele toestellen. KPN vindt het niet terecht dat daarop vooruitlopend „deze Nederlandse zaak” eruit is gepikt, omdat zijn tarieven veruit de laagste zijn in Nederland en in lijn liggen met het gemiddelde in de Europese Unie.

KPN zegt ervan overtuigd te zijn de commissie afdoende opheldering te kunnen verschaffen. Dat moet de komende twee maanden gebeuren, waarna de commissie haar definitieve standpunt zal bepalen.

De klacht van MCI Worldcom betrof overigens ook Libertel. Een woordvoerder van de Commissie zegt dat over een eventueel onderzoek tegen Libertel later een besluit wordt genomen.

Dat de afwikkelingskosten tussen vast en mobiel zeer hoog zijn, speelt volgens de Commissie niet alleen in Nederland. Daarom kunnen in een later stadium in andere EU-landen soortgelijke onderzoeken volgen, zegt de woordvoerder. „De KPN-zaak is interessant, omdat het de eerste is”, zegt hij.

De zaak staat los van de problematiek van de ’roaming’, de situatie waarin het ene gsm-bedrijf gebruikmaakt van het netwerk van een ander. Ook daar vermoedt de Commissie kunstmatig hoge prijzen. Eind vorig jaar heeft de Commissie daarom invallen gedaan bij enkele telefoonmaatschappijen.