Wethouder Paul Dirkse riep de Leidse afdeling van Navigators vorige maand op het matje. Het zou „echt van de gekke zijn” als iemand op basis van bijvoorbeeld geaardheid niet in aanmerking komt voor een bestuursfunctie, zei de D66’er toen.

Die indruk ontstond na het uitlekken van een intern document waarin Navigators onder meer stelt dat de Bijbel „een homoseksuele relatie niet als een door God bedoeld alternatief naar voren schuift.” En dat Navigators tegelijk een plek wil zijn waar lhbt’ers „zich geliefd weten” en „met respect en in verbondenheid” blijven spreken over en met mensen die een andere visie hebben.

NSL weersprak toen dat een bestuursfunctie is uitgesloten voor homoseksuele studenten, ook met een relatie.

Na een gesprek met de vereniging verzekerde ook wethouder Dirkse de gemeenteraad vorige week: „Seksuele geaardheid speelt geen enkele rol in het aanstellen van bestuursleden.”

Bedremmeld

Toch is daarmee de kou niet uit de lucht. De universiteitsraad –een medezeggenschapsorgaan van personeel en studenten van de Universiteit Leiden– heeft intussen opheldering geëist van het college van bestuur over de „vermeende discriminatie.” De raad verwijst naar het medewerkersprofiel van de vereniging, dat de voorbeeldfunctie van bestuursleden benoemt. „Als je die twee documenten samen neemt, lijkt iemand met een homoseksuele relatie toch geen leidinggevende functie te kunnen vervullen”, zegt Marlene van der Velden, actief binnen de universiteitsraad.

Intussen heeft de universiteitsrector een gesprek gehad met NSL. Hij zal dat terugkoppelen naar de universiteitsraad. Een toezegging dat „van discriminatie geen sprake is” kreeg de raad anderhalf jaar geleden al, nadat de rector over dezelfde kwestie met NSL sprak. Destijds was de inhoud van het interne beleidsstuk nog niet bekend. Deze keer is de kous voor Van der Velden niet af met een mondelinge mededeling. Ze wil nu zwart op wit zien dat NSL geen andere eisen stelt aan homoseksuele dan aan heteroseksuele bestuursleden.

De universiteit heeft geen invloed op het beleid van een studentenvereniging, erkent ze. Dat ze de kwestie toch aankaart bij het bestuur, heeft onder meer te maken met een overkoepelend orgaan van studentenverenigingen waar ook NSL deel van uitmaakt. De universiteit spreekt met de 24 aangesloten verenigingen over studentzaken en verstrekt hun bestuursbeurzen.

Wil NSL geen duidelijkheid geven, dan zou de universiteit in het uiterste geval de lijntjes moeten doorknippen, stelt Van der Velden. „We zijn daar niet op uit. De vereniging hoeft haar beleid ook niet per se aan te passen. Doel is om mogelijke discriminatie op te helderen.”

Woordvoerder Jan van der Graaff van Navigators verwacht dat de uitleg aan zowel de wethouder als de rector voldoende is. De vraag naar een schriftelijke bevestiging daarvan heeft hij nog niet gehad. „Als die vraag gesteld wordt, kijken we daarnaar.”

Volgens wethouder Dirkse maakten de verenigingsbestuurders een „bedremmelde indruk” door de impact van alle publiciteit. Ze voelden zich volgens hem niet altijd zorgvuldig geciteerd. Hij raadde daarom iedereen aan in gesprek te gaan met NSL zelf.

Van der Velden koos daar niet voor. „Onze gesprekspartner is het college van bestuur. Die heeft de taak om NSL aan te spreken. Wij zijn niet de bemiddelende partij.”