Streven inhoudelijke behandeling MH17-proces vanaf 1 februari
De rechtbank streeft ernaar het monsterproces rond het neerhalen van vlucht MH17 op 1 februari te laten beginnen. Dat heeft de rechtbank Den Haag, zitting houdend op het Justitieel Complex op Schiphol, bepaald.
De advocaten van Oleg Poelatov, de enige verdachte die zich in de rechtbank laat vertegenwoordigen, hadden een enorme lijst aan onderzoekswensen ingediend, maar de rechtbank wees woensdag veel van die verzoeken af. Een aantal verzoeken wordt wel toegewezen, en afhankelijk van hoe snel dat onderzoek gaat, kan de inhoudelijke behandeling 1 februari beginnen.
Het Openbaar Ministerie verdenkt drie Russen en een Oekraïner van betrokkenheid bij de ramp. Behalve Poelatov heeft geen van de verdachten - Igor Girkin, Sergej Doebinski en Leonid Chartsjenko - iets aan de rechtbank laten horen. De rechtbank laat wel een nieuwe poging doen om contact met hen te leggen. Doebinski heeft in een tv-interview aangegeven wel vragen van de rechtbank te willen beantwoorden.
De advocaten van Poelatov willen graag de andere verdachten horen als getuige in hun zaak. De rechtbank vindt dat de moeite waard om te proberen. Dit zal lopen via rechtshulpverzoeken aan de autoriteiten in Rusland en Oekraïne.
Voor de behandeling van de strafzaak zijn inmiddels al blokken van zittingsdagen tot diep in 2021 gereserveerd. De verwachting is al dat dat niet genoeg is. De voorbereidende zittingen begonnen afgelopen maart.
Bij de ramp met vlucht MH17 op 17 juli 2014 kwamen alle inzittenden, onder wie bijna tweehonderd Nederlanders, om het leven. Het toestel van Malaysia Airlines vertrok van Schiphol met bestemming Kuala Lumpur. Volgens het OM is het toestel boven het oosten van Oekraïne uit de lucht is geschoten met een Buk-raket die afkomstig was uit Rusland. In Oost-Oekraïne was een conflict gaande tussen pro-Russische separatisten en Oekraïense regeringstroepen.