Verrast door extreem winterweer
Wegen veranderen in ijsbanen, hoogspanningskabels knappen, automobilisten staan urenlang stil. Op 25 november 2005 legt een sneeuwstorm delen van Nederland geheel plat. Terugblik op een memorabele dag.
Bibberen in een gestrande schoolbus
Dat ene ritje met de schoolbus, exact vijftien jaar geleden, vergeet Bertine de Ron (30) uit Alblasserdam nooit meer. „Ik zat op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn en woonde in Wekerom. Die dag was de hele school rond halftwee uit. Er kwam namelijk bar weer aan.”
Rond kwart voor twee stapt De Ron in de bus. Die is net Apeldoorn uit als doorrijden onmogelijk wordt. Het sneeuwt inmiddels hevig en het wegdek wordt spiegelglad. „De omgeving rond Apeldoorn is heuvelachtig”, vertelt De Ron. „Onze bus kwam door de gladheid niet meer omhoog.”
Het voertuig blijft urenlang stilstaan. „We hadden geen eten en drinken bij ons”, zegt De Ron. „En omdat de motor werd afgezet, daalde de temperatuur binnen hard. Het werd ijzig koud. De zoon van de chauffeur bracht uiteindelijk nog drinken, bolletjes en koekjes.”
De leerlingen zijn niet in paniek, maar wel onrustig. „We wisten niet wat er aan de hand was. Het was ook onzeker of we die dag nog thuis konden komen.”
Uiteindelijk schieten militairen te hulp. Zij maken de weg sneeuwvrij en trekken de inmiddels ingesneeuwde harmonicabus los. „Met een slakkengangetje gingen we op pad. Rond middernacht was ik eindelijk weer thuis.”
Slapen op een Duitse vluchtstrook
Niet alleen in Nederland zorgt de sneeuwval voor problemen; ook in Duitsland ligt een deel van het verkeer plat. Vrachtwagenchauffeur Gert van Noort (39) uit Poederoijen is die dag onderweg van Hamburg naar Etten-Leur. Hij strandt echter op een vluchtstrook ergens tussen Bremen en Osnabrück. „Toen ik vanuit Hamburg vertrok, sneeuwde het al”, vertelt Van Noort. „Eerst reed ik nog zestig, daarna vijftig en daarna stond ik urenlang vast. Ik wilde uiteindelijk binnendoor gaan, maar dat vond mijn baas niet zo’n goed plan. Blijf maar op de snelweg, was zijn advies. Dat is veiliger.” Uiteindelijk stuurt Van Noort zijn vrachtwagen de vluchtstrook op. In de cabine probeert hij wat te slapen. „Op een gegeven moment werd er op het raam geklopt. Ik kon weer een stukje in de file opschuiven.”
Normaliter kost de route van Duitsland naar Nederland zes uur. Die dag doet Van Noort er een etmaal over. „Het was wel afzien; het duurde allemaal zo lang. Maar ik zat hoog en droog en had voldoende proviand bij me. Ik legde me er maar bij neer dat ik voorlopig nog niet op mijn bestemming zou arriveren.”
De situatie had ook wel wat, vindt Van Noort. „Het was uniek. Al die sneeuw om je heen. Prachtig.”
Lezers aan het woord
Welke herinnering heeft u aan 25 november 2005, vroeg de redactie op sociale media. Een selectie uit de reacties.
„Vrijdagmiddag was ik vertrokken en zaterdagmorgen om zeven uur was ik weer thuis. Mijn vrouw die thuis zat te wachten was hoogzwanger, een week over tijd. De accu van mijn telefoon was leeg, dus ik had ook geen contact. Een hele toestand, maar alles is gelukkig goed afgelopen.”
„Het stond overal muurvast. Natuurlijk vonden we het eerst maar wat grappig! Maar het werd steeds kouder. En het ergste was: ik moest nodig naar het toilet. En het duurde en duurde maar; en ik dacht alleen nog maar aan een wc. Uiteindelijk konden we stoppen bij een hotel en kon ik eindelijk…”
„Ik was tien geworden en vierde mijn feestje voor vriendinnetjes. We deden er al zolang over om de eerste thuis te brengen, dat uiteindelijk iedereen mocht blijven slapen van mijn ouders. Wat een feest! Het was voor mij een van de leukste verjaardagen.”
„Het was de avond dat mijn kersverse vriend zou kennismaken met mijn ouders. Dat ging niet door, omdat het treinverkeer plat lag.”
„Zelfs in de kleinste tussenweggetjes en straatjes stond alles stil. Ik ben te voet door de sneeuw gaan lopen, alles tot de knie was doornat. Uren gedwaald, uiteindelijk bij vrienden in het zuiden van Apeldoorn terechtgekomen. Daar heb ik schone kleren gekregen. Zij hebben me om twee uur pas over de glibberige weg en met een omweg teruggebracht naar Voorthuizen.
„Ik had geen eten en drinken bij me en geen telefoon. Op het thuisfront zaten manlief en acht kinderen te wachten. Ze hoorden maar niets. Naast mij stond een vrachtwagen. De chauffeur was zo vriendelijk zijn telefoon aan mij te geven en zo kon ik naar huis bellen.”
Trouwen zonder receptiegasten
Voor Johanna Egas (36) is 25 november 2005 een bijzondere dag. Dan trouwt ze namelijk met Kees. Maar de huwelijksdag verloopt anders dan gepland. „We huwden ’s morgens in Dordrecht voor de wet”, vertelt Egas. „Toen was het weer al onstuimig; er viel flink wat neerslag. Alle gasten regenden nat. In de loop van de middag ging het echter fiks sneeuwen.”
Het stel nodigde zo’n 65 daggasten uit. Samen met de avondgasten zou het bruiloftsgezelschap zo’n 250 personen tellen. Van de avondgasten komen er echter maar een stuk of dertig opdagen. „Rond vier uur ging de A15 dicht. Steeds meer mensen kwamen vast te zitten. Op onze receptie is uiteindelijk haast niemand geweest. Er bleef enorm veel gebak over.”
Johanna baalt die dag flink van de omstandigheden. Haar man ziet er de lol wel van in. „Onderweg naar de feestlocatie in Gorinchem kwamen we in de file”, vertelt de Werkendamse. „Tot overmaat van ramp begaf ook de verwarming in onze trouwauto het. De ruiten bleven maar beslaan. Die moesten we zelf continu met een trekkertje afdoen.”
Hoewel ze het jammer vindt dat de dag zo verliep, ziet ze ook een klein voordeel. „We konden wel prachtige trouwfoto’s maken.”