„Als we nu aan de kust van Senegal staan, hebben we niets om ons op te richten. Als het wrak bijvoorbeeld duizend meter voor het strand zou liggen, weten we waar onze kinderen liggen”, zei Roel Arendshorst, vader van de twee Nederlandse slachtoffers van de veerboot, maandag in Straatsburg. „De boot zou dan een monument worden. We hebben nooit afscheid kunnen nemen van onze kinderen.”

De ouders hopen dat het Europees Parlement succesvol aandringt bij het Nederlands EU-voorzitterschap en de Europese Commissie om enkele tienduizenden euro’s vrij te maken voor een onderzoek. Dat moet uitwijzen hoe de veerboot verplaatst kan worden.

PvdA-leider Max van den Berg deed maandagvond in het parlement een oproep voor zo’n onderzoek. Hij vindt het „niet te harden” dat er nog steeds niets is gebeurd. Ook zoekt Van den Berg steun bij andere fracties voor een gezamenlijke verklaring.

De ouders zeiden maandag goede hoop te hebben op verplaatsing. Ze rekenen op snelle medewerking van Smit Internationale, minister Bot (Buitenlandse Zaken) en de president van Senegal. Moeder Gré Arendshorst: „Sinds de ramp, nu ruim twee jaar geleden, is er helemaal niets gebeurd voor de slachtoffers. Er is geen hand naar uitgestoken. Zo ga je niet om met de doden. Je moet ze een plek geven, een sanctuarium.”

De vader maakt een vergelijking met de gezonken vrachtboot Tricolore. „Het is toch te gek voor woorden dat een boot met auto’s wordt opgeruimd en een veerboot vol mensen op de bodem blijft liggen. Dat is mensonwaardig.”

De vader hoopt ook dat de slachtoffers ooit geborgen en geïdentificeerd worden. „Met de DNA-techniek kan men tegenwoordig veel. Zelfs doden uit de Spaanse burgeroorlog worden zo nog herkend. Maar voorlopig vragen we alleen om een betere plek in zee. Want als het dan toch in zee moet, dan wel respectvol.”