Huisartsen beginnen weer meer mensen te verwijzen naar ziekenhuis
Meer mensen worden door hun huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis of naar een kliniek voor geestelijke gezondheidszorg. Het aantal ligt nog wel lager dan het zonder corona-uitbraak zou zijn geweest, maar het stijgt ten opzichte van vorige week. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kan nog niet zeggen of dat een rechtstreeks gevolg is van het dalende aantal coronagevallen en ziekenhuisopnames.
Het aantal verwijzingen lag vorige week op 80 procent van het aantal dat normaal zou worden verwacht. De weken ervoor was dit 72 procent.
De NZa schat dat huisartsen sinds het begin van de corona-uitbraak ruim een miljoen minder doorverwijzingen hebben gedaan. Het aantal gemiste verwijzingen stijgt nog wel „maar minder hard dan de afgelopen weken”, aldus de zorgwaakhond.
Dat iemand niet wordt doorverwezen, hoeft niet altijd een probleem op te leveren. In sommige gevallen gaan de klachten vanzelf over, en soms kan de huisarts de behandeling zelf uitvoeren. Maar er zitten waarschijnlijk ook mensen bij die nog steeds met onbehandelde klachten rondlopen, zoals hartaandoeningen of tumoren. Die moeten later alsnog behandeld worden. Daar maakt de NZa zich zorgen over. Huisartsen en ziekenhuizen zullen de komende tijd extra zorg moeten leveren om die achterstanden te verwerken.
Het aantal verwijzingen is in de tweede coronagolf wel gedaald, maar die afname valt in het niet bij de daling tijdens de eerste golf. Vlak voordat het kabinet een ‘intelligente lockdown’ instelde, waren er ruim 100.000 verwijzingen naar medische specialisten in een week. Twee weken later waren dat er slechts 26.000. De reguliere zorg kwam toen vrijwel helemaal stil te liggen, omdat ziekenhuizen het te druk hadden met de behandeling van coronapatiënten. Tijdens de tweede golf hebben ziekenhuizen er bewust voor gekozen om de reguliere zorg zo min mogelijk terug te schroeven.