Geweld en vernieling door meisjes toegenomen
Steeds meer minderjarige vrouwen maken zich schuldig aan geweld en vernieling. Het aandeel van meisjes hierin is sinds 1960 verdrievoudigd. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag bekend.
In 1960 werden 1650 verdachten gehoord voor vernielingen, daar zaten vijftig meisjes tussen. In 2003 werden van de in totaal 17.341 jongeren, van wie 1656 minderjarige vrouwen gehoord voor vernieling. Voor geweld kwamen in 1960 honderd meisjes (van de in totaal 1900 jongeren) op het politiebureau, in 2003 waren dat er 1717 van de in totaal 11.728.
Van de jongeren die verdacht zijn van vermogensmisdrijven (diefstal zonder geweld, verduistering, bedrog en heling) was een op de vijf een meisje. Vergeleken met begin jaren zestig is het aandeel van de meisjes in de totale jeugdcriminaliteit verdubbeld. Het aantal gehoorde verdachte meisjes van een misdrijf steeg tussen 1998 en 2003 met 48 procent, het aandeel van de verdachte jongens steeg met 14 procent.
Het aantal verdachte volwassen vrouwen is ook sterker gestegen dan het aantal mannen. In de periode 1998 – 2003 nam het aantal mannelijke verdachten met 25 procent toe, terwijl het aantal vrouwelijke verdachten steeg met 38 procent. Het gaat hierbij om alle misdrijven, zo meldt het CBS. Niet alleen op het gebied van vermogen, vernieling en geweld maar ook om verkeers–, drugs– en vuurwapenmisdrijven.
Toch blijft de misdaad wel een mannenzaak. Bijna negen van de tien gehoorde verdachten zijn mannen. In 2003 hoorde de politie in totaal 347.000 verdachten van een misdrijf. Vergeleken met 1998 is dat een stijging van 26 procent. In de categoriën diefstal, inbraak en geweld scoren vooral minderjarige jongens hoog.