Binnenland

Eenzaamheid ligt op de loer voor kind met handicap

Ze kunnen niet terecht in speeltuinen, hebben weinig vriendjes in de buurt of worden niet begrepen. Veel kinderen en jongeren met een handicap zitten in een sociaal isolement. Tijdens de Week van het Gehandicapte Kind komt deze vergeten groep voor het voetlicht.

14 November 2020 18:33Gewijzigd op 17 November 2020 08:05
In februari vorig jaar -lang voor de coronacrisis- vragen kinderen met een handicap in Den Haag aandacht voor passend onderwijs. beeld ANP, Bart Maat
In februari vorig jaar -lang voor de coronacrisis- vragen kinderen met een handicap in Den Haag aandacht voor passend onderwijs. beeld ANP, Bart Maat

Met lede ogen zag Johanan (11) aan hoe zijn jongere zus naar verjaardagsfeestjes ging. Zelf werd hij nooit eens uitgenodigd. Pas nu hij sinds een jaar of twee een vriend heeft, kon hij naar zijn eerste feestje. Geweldig, vond hij.

Het is een van de voorbeelden waarmee Cora Milort (35) uit Capelle aan den IJssel het sociaal isolement van haar zoon illustreert. Johanan, die autisme, een taalontwikkelingsstoornis en een licht verstandelijke beperking heeft op sociaal-emotioneel gebied, vindt weinig aansluiting bij leeftijdsgenoten. In de buurt spelen is vaak geen succes. „Andere kinderen dagen hem uit. Een keer was hij met een groepje iets jongere kinderen buiten. Ze gooiden gras naar hem, om te zien hoe hij daarop reageerde.”

Weinig aansluiting in de buurt is een van de problemen waarmee kinderen met een beperking te kampen hebben, bleek uit onderzoek dat Stichting het Gehandicapte Kind. Het onderzoek vond plaats in het kader van de Week van het Gehandicapte Kind, die nog tot en met zondag loopt. Een van de redenen waarom deze kinderen weinig aansluiting vinden, is het feit dat ze vaak speciaal onderwijs volgen in een andere plaats. Na schooltijd treffen ze hun klasgenoten niet op straat, zoals veel andere kinderen wel.

Prikkels

Het zou mooi zijn als er in de buurt een kind was dat Johanan op sleeptouw neemt, zegt Milort. „’s Zomers gaan we elk jaar naar één bepaalde camping. Daar ziet hij vaak dezelfde kinderen. Die weten hoe hij is en accepteren hem.”

Tegelijkertijd vraagt ze zich af of Johanan gebaat zou zijn bij meer contact in de buurt. „Ik weet niet of hij behoefte heeft aan veel meer vrienden. Dat contact levert ook weer prikkels op. Een schooldag is al intensief, als hij thuiskomt moet hij bijkomen en dan gaan we eten. Op zo’n moment zeg je ook niet: Ga naar buiten.”

Het gaat beter met Johanan sinds hij op een nieuwe school zit: een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (zml) in Gouda. Niet naast de deur –25 minuten met de taxi– maar wel een school waar hij het volgens zijn moeder goed naar de zin heeft. „De leerlingen accepteren elkaar zoals ze zijn. De een kan dit goed, de ander dat. Je moet het met elkaar doen.”

Op die school kreeg hij ook voor het eerst een echte vriend. „Dat vindt hij geweldig.” Wil hij bij zijn vriend blijven spelen, dan betekent dat voor beide ouders een flink eind rijden. „Dat heb ik ervoor over”, zegt Milort. „Ik gun het hem gewoon dat hij bij iemand kan spelen.”

Sportclub

Ook voor de 13-jarige Marie Claire Lanser uit Hendrik-Ido-Ambacht is het lastig om met vriendinnen af te spreken. Vanwege een zeldzame spierziekte zit ze in een rolstoel; om naar school te kunnen moet ze twintig minuten met de taxi. „Afspreken doe ik in het weekend of in de vakantie. In het weekend heb ik meestal veel huiswerk te doen. En zo vaak heb je nu ook weer niet vakantie. We spreken elkaar wel via WhatsApp, maar in het echt is leuker.”

In de buurt heeft Marie Claire weinig aansluiting. Sterker, kinderen uit de omgeving negeren haar. „Ze doen alsof ik niet besta. Dat vind ik heel erg vervelend. Maar op dit moment kan ik er niet zoveel aan doen. Ze doen dat omdat ze het niet gewend zijn dat iemand in een rolstoel zit.”

Door het gemis van vrienden in de buurt voelt ze zich soms eenzaam. „Ik kan ook niet naar een sportclub. School en thuis, dat is het voor mij.” Uit onderzoek van het Gehandicapte Kind bleek dat 62 procent van de volwassenen met een beperking zich eenzaam voelt. Dat gevoel ontstaat vaak al op jonge leeftijd, zegt de stichting.

Marie Claire kan zich herinneren dat ze ook vroeger geregeld niet goed mee kon spelen. In de speeltuin kon ze als rolstoelgebruiker bijvoorbeeld niet makkelijk terecht. „Als kind heb ik dat zeker gemist. Als ik naar de speeltuin wilde, moesten mijn ouders altijd mee om me ergens op te tillen.” Volgens het Gehandicapte Kind zijn negen op de tien speelplekken niet toegankelijk voor kinderen met een beperking.

Zelfs bij het zoeken naar een school kreeg Marie Claire met de onwennigheid rond een handicap te maken. Maar liefst vier keer werd ze geweigerd door een middelbare school. „Ze vonden de rolstoel te lastig. Daar moesten ze te veel aanpassingen voor doen. Eén school zei: je mag komen, maar dan moet je het zelf uitzoeken.”

De scholier wil met name graag dat er in het onderwijs dingen veranderen. Haar ideaal: kinderen met een handicap en kinderen zonder handicap samen in één klas. „Leerlingen moeten van kleins af aan leren dat kinderen met een handicap hetzelfde zijn als kinderen zonder een handicap. Als ze er dan later mee in aanraking komen, weten ze al wat een beperking inhoudt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer