Als alle CU- en SGP-kiezers CDA stemden…
Hét grote gevaar voor de ChristenUnie komt uit Bunschoten-Spakenburg. Rare stelling? Op het eerste gezicht wel. In dit gereformeerd vrijgemaakte bolwerk is de partij immers met zes zetels de grootste in de gemeenteraad, terwijl men bovendien beschikt over een heuse ChristenUnie-burgemeester.
Maar toch gaat er een zekere dreiging uit van Bunschoten. Dat van de vierkoppige CDA-fractie ter plaatse twee leden behoren tot de gereformeerde kerk vrijgemaakt, is voor de ChristenUnie namelijk een gevaarlijk symptoom. Die situatie staat symbool voor de moeite die de partij door het hele land heen heeft om de eigen traditionele achterban vast te houden.
Daarom verwondert het niet dat partijleider Rouvoet deze week bliksemsnel reageerde op een ingezonden brief in het Nederlands Dagblad van mevrouw De Graaf-Beukers, fractievoorzitter van het CDA in Bunschoten. De Graaf betoogt daarin dat de christelijke politiek er zeer bij gebaat is als alle christenen CDA zouden stemmen. De snelle repliek van Rouvoet geeft aan dat hij beseft dat deze manier van denken voor zijn partij en achterban levensgevaarlijk is.
Nu is de stellingname van mevrouw De Graaf natuurlijk niet nieuw. Sterk en opvallend is wel de concrete en actuele wijze waarop zij die onderbouwt. Als alle CU- en SGP-stemmers bij de laatste kamerverkiezingen CDA hadden gestemd, zou de partij, aldus De Graaf, geen 49 (44 plus 3 plus 2) maar 50 zetels hebben gehaald, omdat het CDA dan een extra restzetel had gekregen. Met 50 zetels had het CDA in de formatieonderhandelingen van 2003 veel sterker gestaan. Dan hadden de christen-democraten niet alleen meer ministers en staatssecretarissen gehad, maar waren ook „al die concessies aan D66 niet nodig geweest.” CDA en VVD hadden dan zonder D66 kunnen steunen op een kamermeerderheid.
Laten we eerlijk zijn: Dit is een aantrekkelijke argumentatie. Geredeneerd vanuit concrete resultaten (geen gezeur over nieuw kiesstelsel, geen gemekker over gekozen burgemeester, enzovoort), is die zonder meer verleidelijk.
Maar toch. Toch zijn er zeer kritische kanttekeningen bij te plaatsen. Want zou het winst zijn voor het totaal van de Nederlandse politiek als de principiële en bijbelse bezwaren tegen abortus en euthanasie en tegen ontheiliging van de zondag, in de Kamer niet meer ongeclausuleerd gehoord werden? De vraag stellen, is hem beantwoorden.
De ervaring van jaren leert dat er bij het CDA weliswaar ruimte is voor enige variatie in opvatting, maar dat partij-interne discussies toch vaak leiden tot het naar buiten uitdragen van een grootste gemene deler die orthodox-christelijke kiezers niet kan bekoren. Natuurlijk zouden Van der Vlies en Rouvoet bínnen het CDA hun geluid kunnen laten horen, maar naar buíten toe zouden ze sterk gebonden zijn aan partijstandpunten en fractiediscipline. Wie hecht aan een uitgesproken christelijk geluid in de Kamer, pleit daarom niet voor een opgaan van alle christenen in het CDA.
Dat bij partijvertegenwoordigers privé-opvattingen en partijstandpunten nagenoeg samenvallen, is een van de aantrekkelijke kanten van de kleine christelijke partijen. Niet voor niets hebben toeschouwers het gevoel bij hen met politici uit één stuk te maken te hebben.
Dat ligt bij het CDA wel anders. Helder bleek dat deze week bij minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking. Voor de EO-microfoon noemde zij de Italiaan Buttiglioni ongeschikt als eurocommissaris. Reden: „Hij heeft zijn privé-opvatting als politicus geuit. Dat is een volstrekt foute benadering.”
Dat het eigenlijk veel merkwaardiger is om te zeggen -zoals Van Ardenne in het verleden ooit deed- dat je het als privé-persoon geheel met het pauselijk standpunt over abortus en condooms eens bent, maar dat je je daar als minister krachtig tegen verzet, ziet zij blijkbaar niet in.
Welzeker is een sterk CDA voor ons land van groot belang. Dat zal noch SGP noch ChristenUnie ontkennen. Acht jaar paars heeft nog eens onderstreept dat anti-christelijke ontwikkelingen wel degelijk afgeremd worden door regeringsdeelname van de christen-democraten. Maar dat betekent nog niet dat die laatste vijf of zes ’christelijke zetels’ in de Kamer het best benut worden als er CDA’ers op zitten.
Het tegendeel is het geval: zolang het CDA enkele orthodoxe horzels naast zich heeft, is het verplicht in zijn stellingnamen enigszins met deze concurrentjes rekening te houden. Zo zou de invloed van ChristenUnie en SGP buiten het CDA wel eens groter kunnen zijn dan daarin.
Het is eigenlijk heel eenvoudig: een druppel inkt in een liter water maakt dat water wel een tint donkerder, maar doet de herinnering aan de oorspronkelijke kleur snel vervagen. En natuurlijk kun je met dat aangelengde water veel meer papier volschrijven. Maar de paar woorden die je met die ene druppel inkt schrijft, zijn tenminste helder, leesbaar en krachtig.