Eis: 18 en 12 jaar voor Utrechtse discomoord
Het openbaar ministerie (OM) heeft vrijdag voor het gerechtshof in Arnhem achttien en twaalf jaar celstraf geëist tegen twee mannen die worden verdacht van de zogenoemde Utrechtse discomoord.
De eis is conform de veroordeling van de rechtbank in Utrecht vorig jaar mei.
De 29-jarige Sandra Drachter uit Zeist werd op 20 april 2002 na een avond uitgaan van achteren doodgeschoten toen zij de Utrechtse discotheek 151 verliet. Een vriend van de vrouw liep door de schoten een dwarslaesie op. Advocaat-generaal I. Berben sprak van een laffe daad.
Ook schoot de 23-jarige J.A. uit Utrecht volgens Berben nog op een vriendin van het slachtoffer, maar zij bleef ongedeerd. Hij hoorde achttien jaar tegen zich eisen. Het OM beschouwt de 20-jarige F. A. als medepleger. De twee zouden nauw en bewust hebben samengewerkt. De verdachten zeggen zelf onschuldig te zijn.
De zaak is omgeven door onduidelijkheden. De verdachten bleven grotendeels zwijgen, waardoor niet duidelijk is geworden wat zich die nacht heeft afgespeeld. Volgens getuigen hadden J.A. en F.A. ruzie gehad om een pakje sigaretten. Vervolgens zouden ze de discotheek zijn uitgezet, een vuurwapen hebben opgehaald en zijn teruggekeerd naar de Oudegracht. Het wapen is nooit teruggevonden. Direct technisch bewijs ontbreekt volgens de raadslieden W. den Daas en A. Moszkowicz volledig.
Verder kwamen getuigen in de loop van het proces terug op eerder afgelegde verklaringen.
Toch weet het OM zeker dat J.A. en F.A. de dader en mededader zijn van de schietpartij. De aanklaagster baseerde zich daarbij op beelden van beveiligingscamera’s en een aantal telefoongesprekken waarin de verdachte aan een vriend vertelt dat zijn vriend J.A. heeft geschoten.
Berben sprak van moord en twee keer poging tot moord, omdat het tweetal ’het Zeister groepje’, waartoe ook het slachtoffer behoorde, opwachtte. Eerst schoot J.A. een jongen neer waarna iedereen wegrende. De twee gingen achter Sandra aan. F.A. zou haar zo’n por hebben gegeven dat ze struikelde waarna J.A. haar „heel laf” van achteren neerschoot, aldus Berben. Vanaf een brug schoot hij vervolgens nog een aantal keer op een derde persoon, maar miste.
Beide raadslieden pleitten voor vrijspraak. Volgens Den Daas staat de zaak bol van de geruchten. Net als Den Daas zei ook Moszkowicz dat er geen concreet hard bewijs is en dat bovendien het motief ontbreekt. Bij een veroordeling wil hij dat F.A. volgens het jeugdrecht wordt veroordeeld, omdat de verdachte nog net 17 jaar was ten tijde van het misdrijf. Het OM verzette zich daartegen.
Het gerechtshof doet 5 november uitspraak.