De gemeente Hoorn was naar de rechter gestapt om duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk is. Een woordvoerder van de gemeente verklaarde vrijdag dat het college zich volgende week over eventuele vervolgstappen buigt.

De 28 meter hoge toneeltoren van de schouwburg in aanbouw stortte 10 april 2001 in. Dat gebeurde ’s nachts, waardoor er geen gewonden vielen. Sindsdien zijn gemeente en aannemer verwikkeld in een juridische procedure over de aansprakelijkheid. Het is mogelijk dat Hoorn bij Heddes een schadeclaim indient.

De rechtbank stelt verder dat de gemeente de aannemingsovereenkomst met Heddes ten onrechte heeft ontbonden. Heddes treft volgens de rechtbank geen verwijt, voor het niet aanbrengen van veiligheidsmaatregelen, na instorting van de toren. Dat was voor Hoorn de reden de overeenkomst te ontbinden.

Volgens een woordvoerder van Heddes honoreert de rechtbank hiermee de eis van de aannemer tot betaling van de volledige aanneemsom, vermeerderd met de kosten die het bedrijf voor de ontbinding heeft moeten maken. De kosten die niet zijn gemaakt, voor het uiteindelijk niet uitgevoerde werk, moeten van de totale aanneemsom worden afgetrokken.

Heddes overweegt hoger beroep aan te tekenen tegen dat deel van het vonnis dat stelt dat de aannemer verantwoordelijk is voor het instorten van de toren, aldus de woordvoerder.