Flinke schade voor Caraïben door orkanen
Het economische herstel dat zich sinds vorig jaar aftekent in de Caraïbische landen, heeft een flinke tik gekregen van de orkanen die de afgelopen tijd een verwoestend spoor door de regio trokken.
De totale orkaanschade is nog niet bekend, maar die loopt voor de zwaarst getroffen landen, Grenada, Jamaica, Haïti en de Bahama’s, naar schatting in de honderden miljoenen dollars.
De economische groei daalde in sommige landen van 4 tot iets meer dan 2,5 procent. De ramp kwam op het moment dat de landen zich herstelden van een economische terugval na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten en de stijging van olieprijzen.
De belangrijkste uitdaging voor de regio is om de groei vast te houden of te verhogen en de schulden en inflatie in bedwang te houden, zegt econoom Esteban Perez van de VN-commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch Gebied (Eclac) in Trinidad. Vorig jaar nam de economische groei van de Caraïben toe met 2 procent. Tussen de landen onderling bestaan echter grote verschillen.
Uit een recent Eclac-rapport blijkt dat de meeste Caraïbische landen hun groei grotendeels te danken hebben aan beperking van de overheidsuitgaven.
Guyana en de Britse Maagdeneilanden kenden een negatieve groei van respectievelijk 0,6 procent en 1,9 procent. Guyana, St. Kitts en Nevis, Jamaica, Antigua, Barbuda, Dominica en Belize horen wereldwijd bij de tien zich ontwikkelende markteconomieën met de hoogste schulden. Tegelijkertijd noteerden Antigua, Barbuda, Grenada en Suriname een significante economische groei van meer dan 5 procent.De industriesector kromp met 7,1 procent in 2002, maar herstelde zich dit jaar met een groei van 3,6 procent. Het economische herstel dat zich in 2003 aftekende, was volgens Eclac echter voornamelijk te danken aan de toename van het toerisme.
Bijna de helft van alle reizigers bezoekt de eilanden per schip. Desondanks zijn de Caraïbische landen er tot nu toe niet in geslaagd om een gezamenlijk standpunt in te nemen over passagiersbelasting. Dat geld is noodzakelijk om de infrastructuur van de individuele eilanden te verbeteren.
Een uitzondering hierop zijn Belize, de Bahama’s, Guyana, de Nederlandse Antillen en St. Lucia. Volgens Perez zijn de verschillen tussen de verschillende landen extreem hoog voor een regio die de ambitie heeft een economische en monetaire unie te gaan vormen. De Caribische landen, verenigd in CARICOM, streven naar een gezamenlijke markt in 2006. Maar Perez verwacht niet dat die deadline gehaald zal worden.
Tussen 1997 en 2003 nam de gemiddelde staatsschuld toe van 62 naar 85 procent van het bruto nationaal product. Daarmee behoren de Caraïbische landen tot de slechts presterende ter wereld. Om hier op de lange termijn iets aan te veranderen, adviseert Eclac een pakket aan maatregelen, waaronder het terugbrengen van de overheidsuitgaven en een ingrijpende hervorming van het belastingstelsel. Daarbij moet rekening worden gehouden met de beperkingen die kleine economieën met zich meebrengen. ”De overheid kan niet meer uitgeven dan er binnenkomt. In het Caribische gebied overschrijdt de import de export, dus moet er geld geleend worden waardoor de schulden toenemen”, zegt Perez.
Bevordering van de export is daarom een van speerpunten in de fiscale politiek, zegt Perez. ”Elke poging tot fiscale hervorming of afstemming moet samengaan met strategieën om de export te bevorderen.”