Museum Niemandsland verdubbelt in omvang
Er werd vrijdag nog volop gesjouwd en getimmerd in het oude gemeentehuis van Gendt in de Oost-Betuwe. Oorlogsmuseum Niemandsland, dat daar zijn onderkomen heeft, krijgt de hele begane grond tot zijn beschikking.
Het Gendtse museum begon in een kelder als een verzameling van bodemvondsten en eigendommen van geallieerde militairen die 75 jaar geleden de Betuwe hielpen bevrijden. Daarna volgde verhuizing naar de begane grond en werden de militaria verdeeld over twee kamers.
Vanaf vrijdag staat de hele benedenverdieping van het gemeentehuis ter beschikking van de geprofessionaliseerde Stichting Museum Niemandsland. Een van de initiatiefnemers is oorlogshistoricus Bauke Huisman.
Wat doen jullie nu anders?
„De collectie wordt in chronologische volgorde gepresenteerd. Verder zetten we alles achter glas en krijgen de vitrines touchscreens met geluidsfragmenten en uitleg. Alles wordt veel interactiever en groter. Daarnaast willen we de openingstijden verruimen. Dat is vrij lastig, omdat we met slechts een handjevol vrijwilligers werken.”
Wat maakt dit museum bijzonder?
„In de Betuwe is na operatie Market Garden 198 dagen strijd gevoerd. Het is de langste veldslag van de Tweede Wereldoorlog. Daar besteden we veel aandacht aan. Dit museum heet niet voor niets Niemandsland. Om de Betuwe is niet alleen lang gevochten, het lag ook een halfjaar lang onder granaatvuur van de Duitsers die aan de noordzijde van de Rijn zaten. De bevrijding heeft men hier ook nooit gevierd. De bevolking werd door de aanhoudende schermutselingen en het onder water zetten van het gebied door de Duitsers geëvacueerd. En toen ze terugkwamen was veel verwoest of weggeroofd door de geallieerden.”
Hoeveel bezoekers trekt het museum?
„Vorig jaar zo’n 4500. We hopen dat het er meer worden nu we het professioneler aanpakken, de collectie uitgebreid hebben en de openingstijden verruimen.”
Welke toekomstplannen zijn er?
„We hopen op termijn op een andere locatie een eigen en groter pand te krijgen. Daarnaast willen we graag het middelpunt worden van alles rondom herdenkingen of studies rond de oorlog in de Betuwe.
Mijn eigen stichting Betuws Oorlog en Informatie Centrum (BOIC) krijgt hier nu al onderdak. We proberen zo het totaalplaatje van de Betuwse oorlogsgeschiedenis –die jarenlang onderbelicht is gebleven– compleet te maken. Om de aandacht daarvoor vast te houden organiseren we ieder jaar een groot evenement met historische voertuigen en acteurs en houden we ook veel lezingen over dit onderwerp bij historische verenigingen.”
In de schijnwerpers: rubriek voor opmerkelijk regionaal nieuws