Column (Wim van Egdom): De balk
Ik waaide er bijna letterlijk naar binnen. In de kapel van de abdij van het kustplaatsje waar ik deze maand op vakantie was. Ik had nog snel een boodschap gehaald bij de supermarkt en was onderweg naar mijn geparkeerde auto toen het begon te regenen. En waaien. Het uitnodigende licht boven de deur, lokte me de kapel in. Ik stond in een voorportaaltje en opende voorzichtig de deur naar de schemerige kerkzaal. Een jonge broeder, gekleed in een pij, liep naar me toe. Hij vroeg met gedempte stem wat ik zocht. Beschutting tegen regen en wind, zei ik. Hij glimlachte.
Hij meldde dat de broeders net hun avonddienst hadden afgerond. De completen, zoals het heet in liturgische taal. Een korte bijeenkomst waarin de dag wordt afgesloten door het zingen van de psalmen 4, 91 en 134. Iedere avond dezelfde psalmen, 365 dagen per jaar. Er wordt een gebed en een schuldbelijdenis uitgesproken, er is stilte en klokgelui en tot slot wordt de Lofzang van Simeon gezongen. Natuurlijk niet in de Berijming van 1773, maar die begon wel door m’n hoofd te zingen toen die monnik dat vertelde.
De broeder wees na z’n korte uitleg naar een balk die in het portaaltje naast de buitendeur stond. „Die klem ik nu zo op de deur en dan gaan we morgen om zes uur weer open.”
De stille hint was duidelijk. De man wilde afsluiten en die nog steeds van regen druipende protestantse man van de Veluwe moest naar buiten.
We namen afscheid en buiten bleef ik even staan om te horen hoe de broeder inderdaad de balk zo op de deur klemde dat hij niet meer open kon.
Eenmaal terug in m’n auto bleef die balk me voor ogen zweven. In me haakte het gevoel dat die monnik me een les zonder woorden had geleerd. Het feit dat die broeders zich iedere avond letterlijk afsluiten van alles buiten, raakte me. En natuurlijk raakte dat me vooral zo omdat het in scherp contrast staat met m’n eigen leven vol gepraat en lawaai.
Steeds meer en steeds vaker heb ik echter behoefte aan verstilling. Helemaal aan het einde van een jaar. Om me even los te maken van alle drukte en gepraat. Eigenlijk wil ik ook zo’n balk op de deur kunnen zetten. Om stil te zijn, te reflecteren, na te denken, terug te kijken. Een soort psychische stille tijd naast de reguliere geestelijke stille tijd aan het einde van de dag. De monniken doen immers ook pas de balk voor de deur nadat ze gebeden en gezongen hebben.
Misschien moet ik volgend jaar ook maar zo’n balk aanschaffen. Als geheugensteuntje.