RMU: Bruins moet nieuwe zorgwet herzien
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) moet een nieuwe wet waarin het verschil in vaardigheden en verantwoordelijkheden tussen verpleegkundigen wordt vastgelegd, herzien.
Dat adviseert de reformatorische vakorganisatie RMU aan bemiddelaar Rinnooy Kan, die door Bruins is aangesteld als verkenner.
De wet, in jargon de wet BIG II genoemd, introduceert een nieuw type verpleegkundige met meer bevoegdheden, de zogeheten regieverpleegkundige. Deze krijgt onder meer een grotere rol bij het bewaken van de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg.
Veel verpleegkundigen moeten zich laten bijscholen of nieuwe toetsen doen om zich regieverpleegkundige te mogen noemen. Alleen voor zorgwerkers met een na 2012 behaald hbo-v diploma gelden zulke verplichtingen niet.
Een peiling onder verpleegkundigen die RMU-lid zijn, wijst uit dat ruim 40 procent van hen vreest dat de wet nadelige gevolgen voor zijn of haar positie heeft. Voornaamste bron van zorg is dat opgebouwde werkervaring ondergewaardeerd dreigt te raken (genoemd door 80 procent) en dat zorgwerkers straks een deel van hun verantwoordelijkheden of taken aan de nieuwe regieverpleegkundigen moeten afstaan (60 procent). Bijna 70 procent wil dat de wet van tafel gaat.
In de brief aan Rinnooy Kan schrijft RMU-bestuurder Schalk niets te zien in het verleggen van de kritische grens van 2012 naar bijvoorbeeld 2021. Het probleem van oude diploma’s die steeds onaantrekkelijker dreigen te worden, kan zich daarmee opnieuw voordoen, waarschuwt hij.
Liever ziet de RMU dat de functie van regieverpleegkundige onderdeel wordt van het al bestaande functiewaarderingssysteem in de zorg, het FWG. De vraag wie regieverpleegkundige mag worden, kan dan per cao worden geregeld. „Daarbij kan rekening worden gehouden met het totale plaatje van opleiding, ervaring, competenties, specialisaties en persoonlijke capaciteiten”, aldus Schalk.