Rembrandt tekende het ommuurde Rhenen in verval
Zes tekeningen maakte Nederlands beroemdste schilder Rembrandt van Rijn van het Utrechtse Rijnstadje Rhenen. Het nieuwe Stadsmuseum Rhenen stelt ze allemaal tentoon in dit Rembrandtjaar.
De originele tekeningen krijgen de bezoekers van de expositie ”Rembrandt tekent Rhenen” niet te zien. „Nóg niet”, zegt museumdirecteur Maike Woldring. „Ooit hopen we die wel te mogen tonen. Ze bevinden zich in collecties van vooraanstaande musea in Europa. Het Musée du Louvre, British Museum, The Devonshire Collection, Musée Bonnat, Museum Bredius en Teylers Museum stelden digitale bestanden ter beschikking. De werken in de tentoonstelling zijn daar afdrukken van, veelal op groot formaat.”
Rembrandt tekende behalve de drie middeleeuwse stadspoorten (de Westpoort, de Bergpoort en de Rijnpoort) het ommuurde Rhenen vanuit de verte. De tekeningen dateren waarschijnlijk uit de jaren 1647/1648 en 1652/1653. De schilder was toen mogelijk vanuit Amsterdam onderweg naar zijn schoonmoeder in Bredevoort bij Winterswijk. Rembrandts tochten door Nederland leverden een dozijn tekeningen op, onder andere van Utrecht, Amersfoort en Arnhem. Op zes daarvan staat Rhenen afgebeeld.
Onder kunstenaars was het stadje in de Gouden Eeuw heel geliefd. Woldring: „Rhenen bood alles wat een kunstenaarshart begeerde. Een on-Nederlands landschap, dicht bij huis. Een hoge heuvelrug, met aan de voet daarvan een plaatsje, pal aan de rivier. Vanaf de helling keek je, over de stadsmuren heen, zó Rhenen in, met zijn markante Cuneratoren. Aan de overzijde van de rivier lag de vlakke, groene Betuwe. Compositorisch was dat een uitdaging. In 1648 was de Tachtigjarige Oorlog voorbij, er kon weer veilig worden gereisd. Grote meesters als Albert Cuyp, Jan van Goyen, Jacob van Ruisdael en Herman Saftleven wisten net als Rembrandt de weg naar Rhenen te vinden.”
Rembrandts tekeningen tonen volgens de museumdirecteur een kwetsbaar stadje. „De stoere muren die de grensstad van het Sticht moesten verdedigen tegen de legers van de hertog van Gelre zijn, als Rembrandt in Rhenen komt, zo’n 300 jaar oud. Geld voor onderhoud is al dik een eeuw een probleem. Rond 1650 is het armoe troef in Rhenen. De Tachtigjarige Oorlog had het stadje uitgeput. De trotse muren raakten in verval.”
Woldring vindt Rembrandts schetsen van de gehavende, ooit zo stoere Westpoort goed bij de kunstenaar passen. „Je ziet het ook aan de portretten die hij gemaakt heeft: een verweerd gezicht boeide hem meer dan een glad gelaat. De grootsheid van de monumentale gebouwen van weleer stond in scherp contrast met de deplorabele situatie waarin Rhenen zich bij zijn bezoeken bevond. Dat moet hem uitermate geïntrigeerd hebben.”
De stadsmuren hadden in Rembrandts dagen al hun langste tijd gehad. Franse soldaten die Rhenen bezetten, duwden in 1673 delen ervan de gracht in. Ook de Bergpoort en de Westpoort moesten het ontgelden. Uiteindelijk werden in 1873 alle poorten gesloopt. De zuidelijke en noordelijke stadsmuren zijn deels bewaard gebleven en gerestaureerd. De stadspoorten zijn uitsluitend nog op tekeningen en prenten, schilderijen, kaarten en documenten te zien.
Het Stadsmuseum Rhenen, dat in december werd geopend, exposeert van 13 juli tot en met 5 oktober naast de tekeningen van Rembrandt, een tiental werken uit de zeventiende tot en met de negentiende eeuw, veelal uit eigen collectie, onder andere van Albert Cuyp, Elias Stark, Daniël Kerkhoff, Gijsbert Baars en Hendrik Hoogers. Woldring: „Iedere kunstenaar had zijn eigen visie op Rhenen. Dat nodigt uit om goed te kijken en te vergelijken.”