Column: zijn we er als het Rijk de regie pakt in deze tijden van woningnood?
Mijn man en ik vormen een van de 2,8 miljoen huishoudens die binnen twee jaar willen verhuizen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
In ons kleine –”knusse” in makelaarstaal– jaren 30-huis vliegt onze oudste van net drie letterlijk tegen de muren op met zijn loopfietsje. En mannen die de muren weer glad kunnen stuken zijn bijna even schaars als woningen met een ‘te koop’-bord in de tuin.
In het eerste kwartaal van 2019 stonden slechts 42.000 woningen te koop. In 2016 waren dit er nog ruim 2,5 keer zo veel. De keuze is dus niet reuze. En dan moet je ook nog eens een flink gevulde portemonnee meebrengen. Want inmiddels betalen huizenkopers gemiddeld iets boven de drie ton voor een woning.
De problemen op de Nederlandse woningmarkt hangen één op één samen met het grote tekort aan woningen. Er zijn ruim een kwart miljoen woningen te weinig volgens ABF Research en Capital Value. In de Nationale Woonagenda wordt ingezet op 700.000 extra woningen tussen 2018 en 2025.
Dit is ambitieus. Want de nieuwbouwteller bleef vorig jaar steken op een schamele 66.000 woningen. Ook het aantal afgegeven bouwvergunningen stemt weinig hoopvol. Want in het eerste kwartaal van 2019 werden niet méér maar juist minder bouwvergunningen afgegeven. Als de nieuwbouw niet aantrekt, dan telt de Nederlandse woningvoorraad vermoedelijk pas rond 2030 die 700.000 extra woningen.
Dat de nieuwbouw niet vlot, komt volgens economen van het CPB niet alleen door problemen in de bouw, maar ook doordat lagere overheden meer belang hechten aan het behoud van de ruimtelijke kwaliteit dan aan het bouwen van woningen. Sommigen pleiten dan ook voor meer regie vanuit het Rijk. Dit pleidooi lijkt deels gestoeld op heimwee naar de jaren waarin het Rijk nog de regie over volkshuisvesting had. Toeval of niet, tot aan de decentralisatie in de jaren negentig werden lange tijd meer dan 100.000 woningen per jaar gebouwd. Deze aantallen zijn niet meer gehaald sinds gemeenten bepalen wáár en onder welke voorwaarden huizen gebouwd mogen worden en provincies hoeder zijn van de ruimtelijke ordening.
Zijn we er als het Rijk weer de regie pakt? Dat is nog maar de vraag. De wereld is sinds de jaren negentig namelijk flink veranderd. Zo zijn gemeenten hun monopolie op de grondmarkt verloren. Dat maakt het tot op de dag van vandaag lastiger om nieuwe woningen te bouwen. Ook is het twijfelachtig of de oplossing ligt in harde afspraken tussen Rijk en lagere overheden over het aantal te bouwen woningen. Want ook in de tijd van Vinex werden minder woningen gebouwd dan beoogd blijkens een onderzoek van het PBL. Los van de regievraag moet het bouwen van voldoende –duurzame en betaalbare– woningen bovenal op ieders prioriteitenlijstje komen te staan.
Dit betekent soms ook concessies doen en groen ‘opofferen.’ Want binnen de stad is niet altijd voldoende ruimte om de aanwas van nieuwe huishoudens op te vangen en het huidige tekort weg te werken. Maar zo ver is het nog lang niet. Als tijdelijke oplossing hebben mijn man en ik weer een vierkante meter gewonnen door de box voor onze jongste vroegtijdig weg te halen.
De auteur is senior-econoom huizenmarkt bij RaboResearch