We mogen weer naar stembus, nu voor provincie
We mogen weer naar de stembus. Voor de Provinciale Staten (PS) deze keer. 13,1 miljoen mensen, volgens gegevens van de Verkiezingsdienst van het ANP, kunnen woensdag terecht op zo’n 10.000 stembureaus. De Provinciale Staten zijn vergelijkbaar met de Tweede Kamer op landelijk niveau en de gemeenteraad op lokaal niveau. De gekozen Statenleden bepalen op hun beurt binnen drie maanden na de verkiezingen, in dit geval op 27 mei, de samenstelling van de Eerste Kamer. Daarin zitten 75 Kamerleden. Sinds een grondwetswijziging in 2018 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Omdat deze zogenoemde bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via een Kiescollege.
Het dagelijks bestuur van een provincie wordt gevormd door het college van Gedeputeerde Staten (GS). De Provinciale Staten kiezen de gedeputeerden voor een periode van vier jaar. De commissaris van de Koning is de voorzitter van zowel Gedeputeerde Staten als van Provinciale Staten. De commissaris van de Koning wordt benoemd door de regering, voor een periode van zes jaar.
De voornaamste taak van de Provinciale Staten is het controleren van het bestuur van de provincie zoals uitgevoerd door Gedeputeerde Staten. Dit college wordt voorgezeten door de commissaris van de Koning en bestaat verder uit minimaal drie en maximaal negen gedeputeerden. De 75 leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de Statenleden. Dat heet getrapte verkiezingen: burgers kiezen de PS en de leden van de PS kiezen de leden van de Eerste Kamer.
De Statenleden worden om de vier jaar gekozen door de inwoners van de provincie van 18 jaar en ouder met de Nederlandse nationaliteit. Het aantal leden van de Provinciale Staten is afhankelijk van het aantal inwoners per provincie. Er worden deze keer 570 Statenleden gekozen.
Het eerste stembureau is om middernacht open gegaan, op het station in Castricum. De meeste stembureaus in ons land zijn geopend tussen 07.30 uur en 21.00 uur. Dan begint het tellen van de stemmen.
De meeste gemeenten tellen de stemmen op de standaardmanier, namelijk partij en kandidaat tegelijk, meteen na het sluiten van de stembureaus. Maar een aantal telt ook op een experimentele manier. Zij tellen op de verkiezingsavond slechts de stemmen per partij. Dan komt er een voorlopige uitslag. Een dag later tellen de gemeenten, in alle rust, de voorkeursstemmen voor de kandidaten. Dat moet fouten helpen voorkomen.