Maatregelen na ramp met Boeing 737 MAX 8 in Ethiopië
Luchtvaartmaatschappijen nemen maatregelen, na de tragische vliegramp van zondag met een Boeing 737 MAX 8 in Ethiopië met 157 doden. „Een wereldwijd vliegverbod is voorbarig.”
Bij een crash van een Boeing 737 MAX 8 zondag zijn alle 157 inzittenden om het leven gekomen. Het vliegtuig steeg op in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba en was onderweg naar Nairobi in Kenia. Zes minuten na de start ging het mis. De piloot meldde problemen en kreeg toestemming terug te keren. Even later stortte het vliegtuig neer.
Volgens de Ethiopische autoriteiten bevonden zich boord van de rampvlucht 149 passagiers met 33 nationaliteiten, onder wie 32 Kenianen, 18 Canadezen, 9 Ethiopiërs en 12 VN-medewerkers. Eén passagier is aan de ramp ontsnapt, doordat hij z’n vlucht miste. Er zaten geen Nederlanders aan boord.
Eind oktober vorig jaar verongelukte ook al een gloednieuwe Boeing 737 MAX 8. Bij de ramp met Lion Air in Indonesië kwamen 189 mensen om het leven. Het is in de luchtvaartgeschiedenis niet eerder voorgekomen dat twee toestellen van hetzelfde type zo kort na introductie zijn gecrasht.
Desondanks komt Boeing niet met extra richtlijnen voor de 737 MAX 8. De vliegtuigfabrikant wijst erop dat het onderzoek naar de crash van zondag zich nog in de beginfase bevindt. „Veiligheid is onze eerste prioriteit. We nemen alle mogelijke maatregelen om alle aspecten van dit ongeval goed te begrijpen.”
Ethiopian Airlines en Cayman Airways houden uit voorzorg alle 737 MAX 8-toestellen aan de grond. China heeft een vliegverbod afgekondigd voor honderd 737 MAX-toestellen.
Het gloednieuwe vliegtuig van Boeing is door z’n zuinige motoren erg populair. De vliegtuigfabrikant heeft er in korte tijd meer dan 5000 van verkocht.
In Nederland vliegt onder meer TUI met drie 737 MAX-vliegtuigen, terwijl er nog drie in bestelling staan. Corendon heeft één toestel en wacht op een tweede. TUI zegt het onderzoek nauwlettend in de gaten te houden, maar ziet geen reden om de toestellen aan de grond te houden.
Het afkondigen van een wereldwijd vliegverbod voor de Boeing 737 MAX is een ingrijpend besluit, stelt universitair docent Joris Melkert van de TU Delft. „Als er sprake is van een fout van de piloten, dan is het aan de grond houden van deze toestellen voorbarig.”
In de luchtvaartgeschiedenis is het twee keer eerder voorgekomen dat een vloot aan de grond is gehouden. De Boeing 787 Dreamliner mocht vanaf begin 2013 een paar maanden niet vliegen door problemen met brandende accu’s. Van oudere datum is een vliegverbod voor de DC-10.
Boeing moet in overleg met de luchtvaartautoriteiten zo snel mogelijk uitzoeken wat er aan de hand is, stelt Melkert. „We weten nu nog niets.” Hij wijst erop dat het aan de grond houden van een hele vloot vliegtuigen grote economische consequenties heeft.
„Veiligheid van passagiers staat voorop, levens tellen zwaar, maar bij de afweging voor het instellen van een vliegverbod moeten we de economische gevolgen wel in het oog houden. Als er geen structurele fouten in het spel zijn, is een vliegverbod een zware maatregel.”