Binnenland

Geschiedbeoefening meer dan figuurzagen

Is historisch besef belangrijk? En heeft de overheid een taak dat besef bij mensen aan te kweken? Die vraag stond dinsdagavond centraal in debatcentrum De Unie in Rotterdam. SP-voorman Marijnissen: „Kennis van de geschiedenis geeft wijsheid bij beslissingen voor de toekomst.”

Redactie politiek
20 October 2004 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 01:46

„Sommige mensen hebben nu eenmaal een behoefte aan historische kennis. Dat mag. Maar de overheid hoeft dat niet te bevorderen of daar geld voor uit te trekken. Andere mensen zijn heel gelukkig zonder geschiedenis en houden meer van figuurzagen. Niks mis mee. Het zijn vooral geschiedenisleraren die hun vak willen pushen, die een probleem maken van het gebrek aan historische kennis.”

Discussieleider Herman Beliën, hoogleraar public history aan de Universiteit van Amsterdam, provoceert een beetje. Maar SP-leider Marijnissen heeft daar geen hinder van. Het stimuleert hem slechts om zijn opvatting dat het historisch besef van de Nederlandse burger versterkt moet worden, nog wat aan te scherpen.

Verbetering van de kennis van de geschiedenis dient wel degelijk het algemeen belang, meent hij. „Wie van de holocaust en andere genociden weet, beseft dat in elk mens een beul schuilt. Zonder de kennis van dit soort verschrikkelijke gebeurtenissen, zouden jongeren kunnen denken dat het met henzelf allemaal wel meevalt.”

Ook in de politiek is kennis van het verleden van belang. „Bij de algemene beschouwingen heb ik de helft van mijn spreektijd besteed aan een schets van de opbouw van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog. Jongeren weten niet meer welke offers er gebracht zijn om de solidariteit vorm te geven zoals die tot op heden bestaat.”

Het fiasco van de basisvorming is voor de SP-leider hét voorbeeld van een mislukking door gebrek aan historisch besef. „De basisvorming is ondoordacht ingevoerd. De politiek vergat waarom destijds gekozen was voor bijvoorbeeld die ’ouderwetse’, degelijke ambachtschool.”

Uit de zaal weten mensen zijn voorbeelden gemakkelijk aan te vullen. Een medewerker van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG): „Politiek Den Haag wilde de spoorwegen privatiseren. Maar in de 19e eeuw wáren ze privaat. Bewust heeft de overheid dat op zeker moment veranderd.”

De grote vraag is hoe je het historisch besef van mensen kunt vergroten. Het idee dat Marijnissen al enige tijd uitdraagt, een nationaal museum waar de hoogtepunten van de Nederlandse geschiedenis op aantrekkelijke wijze getoond worden, stuit in de zaal op nogal wat kritiek. „Ons land heeft voldoende historische voorwerpen, maar die liggen al in diverse musea. Moet je die dan allemaal gaan herverdelen?”

De SP-voorman: „Het museum voor de nationale geschiedenis is voor mij primair een metafoor. Ik heb de term gebruikt om debat uit te lokken. Ik wil in discussie met al die mensen die badinerend doen over onze nationale geschiedenis, alsof daarin niets zou zijn om trots op te zijn of niets wat van belang is om over te dragen. Als we onze eigen cultuur zó relativeren, dan doen we de eigen beschaving in de uitverkoop.”

Maar Marijnissen wil niet alleen discussie. „Ik bepleit wel degelijk ook een concreet museum van hout en steen. Zoiets als Kohl in de jaren negentig in Duitsland heeft geïnitieerd: het Haus der Geschichte.”

Grote vraag is dan wat daar tentoongesteld moet worden. Moeten mensen er kennisnemen van de Slag bij Nieuwpoort of de heldendaad van Van Speijck? De politicus ziet meer in het bieden van overzicht en inzicht. „De historicus Piet de Rooij sprak een paar jaar geleden over een indeling in tien tijdvakken. Een dergelijk handvat spreekt mij erg aan. Maar mensen moeten er ook leren begrijpen hoe bijvoorbeeld tolerantie en de scheiding van kerk en staat in Nederland gegroeid zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer