Excuses gevraagd aan ‘moffenmeiden’
In navolging van de Noorse regering heeft Nederland „alle reden” om excuses aan te bieden voor de vernederende behandeling van vrouwen en meisjes die tijdens de Tweede Wereldoorlog een relatie hadden met Duitse militairen. Dat stelt De Stichting Werkgroep Herkenning in een brief aan minister-president Mark Rutte.
Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, die kwesties als deze onder zijn hoede heeft, is „graag bereid” eens met de stichting te praten. Op de mogelijke uitkomst van dat gesprek wil zijn ministerie niet vooruitlopen.
Aan het eind van de oorlog werden vrouwen „vanwege zo’n relatie ernstig vernederd, verkracht en vastgezet”, schrijft de stichting, „onder anderen door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten, die de Nederlandse staat vertegenwoordigden.”
De Noorse premier Erna Stolberg bood vorige week excuses aan namens de regering, omdat de Noorse staat zich destijds niet heeft gehouden aan het grondrecht dat niemand mag worden gestraft zonder rechterlijk oordeel. In Nederland was dat niet veel anders, meent de stichting.
Vernederingen
Volgens secretaris Cuny Holthuis is onduidelijk hoeveel vrouwen uit deze groep nog in leven zijn. „Excuses zijn vooral van belang voor nabestaanden en kinderen.”
Vrouwen die als ‘moffenmeid’ te boek stonden, werden kaalgeschoren en aan verregaande vernederingen onderworpen. Dat gebeurde in ten minste 118 steden en dorpen „met medeweten van de overheid”, schrijft de stichting in de brief aan premier Rutte. „Deze behandeling heeft grote traumatische gevolgen voor de vrouwen zelf en hun kinderen gehad.”
De stichting Werkgroep Herkenning, opgericht in 1981, is een belangenorganisatie van onder meer kinderen van deze groep vrouwen. Volgens Holthuis is het voor het eerst dat de Nederlandse regering voor de mishandelingen om excuses wordt gevraagd. „Eerder was daar de tijd niet rijp voor, we wisten dat er geen vruchtbare bodem voor was. De Noorse excuses maken dat mogelijk anders.”
Premier Stolberg bood excuses aan in het kader van het 70-jarig bestaan van het VN-verdrag voor de Universele Rechten van de Mens.