Binnenland

Politiespotter speurt naar afwijkend gedrag

De politie zet spotters in om verdacht, afwijkend gedrag in mensenmassa’s te signaleren. Met succes. Een agent had Afghaan Jawed S. al in het vizier voordat deze op Amsterdam CS twee Amerikaanse toeristen neerstak.

6 September 2018 15:55Gewijzigd op 17 November 2020 04:34
De politie boekt succes met de inzet van spotters om verdachte gedragingen van mensen in menigten te signaleren. beeld ANP, Sem van der Wal
De politie boekt succes met de inzet van spotters om verdachte gedragingen van mensen in menigten te signaleren. beeld ANP, Sem van der Wal

Onverhoeds slaat de 19-jarige terreurdader op vrijdag 31 augustus toe in de westelijke tunnel van station Amsterdam. De politie schiet de aanslagpleger neer. De snelle overmeestering van de verdachte is met name te danken aan een zogenoemde spotter.

De politie maakt gebruik van speciale spotters om te speuren naar afwijkende gedragingen van mensen in menigten. Bijvoorbeeld op treinstations, in winkelstraten, op luchthavens of tijdens evenementen. Spotters kunnen daarmee overtredingen en misdrijven voorkomen, waaronder terroristische aanslagen.

Geheime aanpak

De politie houdt de tactische aanpak van de speciaal opgeleide agenten geheim. Om criminelen of potentiële aanslagplegers niet in de kaart te spelen. Gedragingen waar agenten –mét uniform en zonder uniform– op gespitst zijn, zijn afwijkingen van personen van het normale patroon. Zo’n patroon kan per locatie en tijdstip verschillen.

„Als iemand blijft rondhangen, terwijl de mensenmassa zich van A naar B beweegt, is dat afwijkend”, licht commissaris Pieter Beljon van de Politieacademie in Apeldoorn toe. Volgens hem kan zoiets twee dingen betekenen. „Of iemand is niet bekend ter plaatse, of iemand heeft verkeerde bedoelingen.”

Registreert een agent afwijkend gedrag, dan spreekt hij de persoon eventueel aan. „Joh, wat ben je aan het doen?” Maakt deze zich uit de voeten, dan weet de agent dat de man iets te verbergen heeft. De politie ziet een persoon met afwijkend gedrag niet als verdachte, benadrukt Beljon. „Wij zoeken ook niet naar personen, maar naar afwijkingen.”

De politie maakt al vijftien jaar gebruik van speciaal opgeleide spotters. De aanpak is gestart tijdens het EK voetbal in 2000, dat in Nederland is gehouden. De politie heeft de destijds gebruikte internationale aanpak vertaald naar de Nederlandse situatie.

De Politieacademie heeft al 15.000 agenten opgeleid voor dit speurwerk. „Politiemensen krijgen een driedaagse cursus op straat”, legt Beljon uit. De agenten maken niet deel uit van een speciale eenheid, maar zijn werkzaam bij verschillende politie-eenheden in het land. Iedere agent leert tijdens de opleiding verdacht gedrag te signaleren, maar niet iedere cursist krijgt deze specifieke training.

De capaciteit van de Politieacademie is beperkt. Of het wenselijk is om iedere agent deze opleiding te geven, is volgens de commissaris een politieke vraag. „De vraag is groter dan de capaciteit.” De academie traint overigens ook beveiligers van marechaussee, Koninklijk Huis, NS en Schiphol.

Succes

De inzet van spotters leidt meer dan eens tot succes. De politie hangt dat echter niet aan de grote klok. Of er met het adequate optreden van de spotter op Amsterdam CS erger is voorkomen, kan Beljon niet zeggen. Het politieonderzoek is nog in volle gang.

De commissaris wijst erop dat iedere burger spotter is. „Iemand die een jongetje in de gaten houdt dat zich verdacht gedraagt voor een snoepschap in de supermarkt, is een spotter. Daar is geen hogere wiskunde voor nodig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer