Organist Christiaan Ingelse neemt na 30 jaar afscheid van Goudse Sint-Jan
Na dertig jaar als organist de Sint-Jan in Gouda te hebben gediend, neemt Christiaan Ingelse (70) zaterdag 30 juni afscheid met een concert op het Moreauorgel.
Niet minder dan zestig bekende en minder bekende namen dongen in 1988 mee naar de plek op de Goudse orgelbank. Van de acht die op hun kwaliteiten werden getoetst door Kees van Eersel, Willem Vogel en André Verwoerd, bleek Ingelse de winnaar. Nadat hij zestien jaar cantor-organist was geweest van de Haagse Duinzichtkerk, maakte hij de overstap naar Gouda.
De komst van Ingelse riep gemengde reacties op. Zijn voorganger, Klaas Boersma, zette weleens Johan de Heer of Jan Zwart op de lessenaar. Ingelse had daar niets mee. „Hoewel ik Psalm 103 van Zwart een mooi stuk vind, en ook wel gespeeld heb. Maar nooit op een concert. En Cor Kee zei ooit dat hij als musicus van Johan de Heer gruwde, maar er als gelovige behoefte aan had.”
In Gouda was men al snel positief over Ingelse. In de loop der jaren is hij ook milder geworden, stelt de organist. In de strenge manier van gemeentezang begeleiden werd hij vrijer. Om een lied extra feestelijk te laten klinken, voegde hij bijvoorbeeld vaker een bovenstem toe. Zijn dienstbaarheid ging ver. Hoewel zijn muzikale hart uitgaat naar het Liedboek en de psalmen, schikte hij zich als er in Sint-Jan uit Opwekking werd gezongen. In de Goudse Gereformeerde Bondsgemeente zijn deze liederen namelijk geliefd. Omdat het meestal geen ‘orgelliederen’ zijn, daalde hij de orgeltrap af om de gemeente op de piano te begeleiden. Ingelse houdt, zegt hij, van een goede Bijbelse prediking „zonder benepenheid.”
Zijn muzikale smaak is niet veranderd. „Het is een cliché, maar Bach staat op nummer 1. Op het Moreauorgel kun je eigenlijk alles spelen. Bij Franck, Dupré en Duruflé moet je soms trucjes uithalen vanwege de klavieromvang. Al mis je dan weleens het verpletterende orgelgeweld, de poëzie komt op het Moreauorgel prachtig tot haar recht.”
Over het Moreauorgel is vaak wat te doen geweest. Voor sommigen was het te slap. „Toch is het met z’n 53 stemmen een prachtig en buitengewoon kleurrijk instrument”, zegt Ingelse. „Na de laatste restauratie in 2016 heeft het echt wel aan kracht gewonnen. Maar het heeft een gebruiksaanwijzing. Je moet het naar z’n eigen aard bespelen.”
De Goudse musicus schreef een lesmethode „voor organisten nieuwe stijl”, waarmee hij het „oubollige” van andere lesmethoden wilde doorbreken. „Meer uitdagend”, zegt hij. De zes delen ”Organo Pleno”, gevolgd door drie delen ”Organo Pleno Plus”, worden zelfs in België gebruikt.
Ingelse blijft na zijn afscheid concerten geven, kerkdiensten spelen, componeren en schrijven voor koor. Ook denkt hij aan een psalmbundeltje voor kinderen.
Tijdens zijn afscheidsconcert (aanvang 16.00 uur) speelt Ingelse muziek van Bach en Franck. En zijn eigen ”Goudse Suite”, op de melodie van het stadhuiscarillon: een afscheidscadeau voor de stad Gouda.