Al vijftien jaar gemopper over tol in jubilerende Westerscheldetunnel
Zo’n 85 miljoen voertuigen reden er sinds de ingebruikname in 2003 door de Westerscheldetunnel. Woensdag bestaat de 6,6 kilometer lange oeververbinding vijftien jaar.
Directeur Harald Schoenmakers van de NV Westerscheldetunnel rekent het voor. „Toen de veerboten nog in de vaart waren, zetten die dagelijks ongeveer 8000 auto’s over op de Westerschelde”, vertelt hij. „Kort na de ingebruikname van de tunnel reden er 12.000 voertuigen per werkdag door de tunnel. In 2017 waren dat er 22.000 per werkdag. Dat is een forse sprong. De toename verliep niet in een voortdurend stijgende lijn. Er zijn ook jaren geweest zonder groei. Dat had mede te maken met de crisis. Maar toch is dit een trend die tevreden stemt. In 2016 groeide het aantal passages met 6,3 procent, in 2017 zelfs met 8 procent.”
Toenmalig koningin Beatrix nam de tunnel op 14 maart 2003 plechtig in gebruik. Voor de langste verkeerstunnel van Nederland moet wel tol worden betaald. Dertig jaar lang. Die tol is nog altijd een heet hangijzer in Zeeland. Vooral de Zeeuws-Vlamingen willen er liever gisteren dan vandaag van af. Onze enige verbindingweg naar overig Nederland is een tolweg, mopperen ze.
Een rit door de tunnel kost voor een personenauto 5 euro. Tot en met 2020 blijft het tarief in elk geval ongewijzigd.
Tunneldirecteur Schoenmakers heeft begrip voor de onvrede, maar legt uit dat de tunnel niet eens gebouwd zou zijn als niet vanaf het allereerste begin was afgesproken dat het voor de aanleg geïnvesteerde geld door middel van tolheffing zou worden terugverdiend.
De winst die exploitant NV Westerscheldetunnel maakt wordt afgedragen aan de provincie Zeeland, die de tunnel in 2009 overnam van het Rijk. Daarmee betaalt de provincie als enige aandeelhouder de investeringen af, die zijn gedaan om de oeververbinding in bezit te krijgen én de nabijgelegen Sluiskiltunnel onder het Kanaal van Gent naar Terneuzen aan te leggen. „Op korte termijn wordt de tol zeker niet afgeschaft”, weet Schoenmakers. In de speciale wet die destijds is gemaakt voor de Westerscheldetunnel staat dat deze in 2033 tolvrij wordt. „We zijn dus in ieder geval op de helft.”
Michel Bleijenberg, hoofdtolgaarder en tunneloperator bij NV Westerscheldetunnel: „Het gebeurt wel dat toeristen uit Duitsland op het tolplein bij het loket hun paspoort tevoorschijn halen omdat ze denken dat ze bij de grens met België zijn.”
Als er iets misgaat in een van de twee buizen van de Zeeuwse oeververbinding alarmeert Michel Bleijenberg hulpdiensten en stelt hij de waarschuwingssystemen in en om de tunnel in werking.
In het bedrag van 750 miljoen euro dat de aanleg van de tunnel kostte, had het aspect veiligheid een prominent aandeel. Op dit moment worden de veiligheidssystemen gemoderniseerd, waardoor de tunnel de komende tijd zo nu en dan dicht moet. Bleijenberg: „Bij rondleidingen zeg ik weleens: de tunnel is eigenlijk ruim 26 kilometer lang. Want onder de twee buizen van elk 6,6 kilometer lang zitten twee kabelkanalen van dezelfde lengte. Daar zitten pompkelders, lopen kabels en leidingen, en er wordt via transformatoren energie omgezet die naar alle installaties in de tunnel wordt geleid. De aannemer die het tunnelonderhoud doet, rijdt gewoon met zijn speciale servicemobiel met materialen door die kanalen.”
Als voormalig monteur meet- en regeltechniek in de chemie en veiligheidskundige voelt Michel Bleijenberg zich als een vis in het water bij de NV Westerscheldetunnel. „Ik heb iets met communicatie, ben ook zendamateur en ik was centralist bij het Rode Kruis. Al die aspecten komen terug in mijn job.” Hij legt uit dat in de tunnelbuizen er bij een calamiteit kan worden ingebroken op de installatie die het radiosignaal doorgeeft aan auto’s in de tunnel. „Hier spreekt de tunneloperator, hoor je dan opeens op je autoradio.”