Binnenland

Net nieuw en meteen moedoen, hoe gaat dat?

Hoe kunnen we nieuwkomers stimuleren om sneller een plek in de samenleving in te nemen? Sinds kort moeten statushouders in het eerste jaar van hun inburgering al een verklaring ondertekenen dat ze de Nederlandse normen en waarden kennen en respecteren. Wasim (38) uit Syrië volgde de participatieworkshops die daaraan vooraf gaan.

Jan Ybema
2 March 2018 20:20Gewijzigd op 17 November 2020 03:28
Cursisten van de participatieworkshops in Leeuwarden. beeld HH, Jacob van essen
Cursisten van de participatieworkshops in Leeuwarden. beeld HH, Jacob van essen

Sinds oktober vorig jaar moeten statushouders al in het eerste jaar van hun inburgeringstraject een aantal workshops volgen. Het omarmen en begrijpen van normen en waarden is natuurlijk niet in een paar workshops te leren en kan niet door een handtekening worden afgedwongen, erkent Carla van der Leij, docent volwasseneducatie aan het Friesland College in Leeuwarden. Ze ontwikkelde de workshops voor de gemeente. „Zie het als een eerste kennismaking. Door spelenderwijs oefeningen te doen, gaan de cursisten nadenken over onze kernwaarden. Wat betekende een term als democratie in het land van herkomst en hoe is dat hier geregeld?”

Om zo’n abstract begrip tastbaar te maken, ging Arnold Helmantel van Tûmba, het kenniscentrum en meldpunt voor discriminatie in Leeuwarden, met zijn cursisten naar de raadszaal. „Daar hangt een portret van de koning. Vervolgens liet ik een internetfilmpje van LuckyTV zien over ”koning Willie”. Daar stonden ze wel van te kijken. In Eritrea gaat je hoofd eraf als je het staatshoofd zo zou bespotten, maar hier kan dat.”

Ook de rechtsstaat, vrijheid, gelijkheid en solidariteit zijn kernbegrippen die aan de orde komen, allemaal binnen het bestek van minimaal twee en maximaal zes workshops. Gemeenten beslissen hoe uitgebreid het traject is. In Leeuwarden gaat het om vier sessies. Na afloop zetten de cursisten een handtekening en hebben ze hun participatieverklaring binnen.

Symboolpolitiek

„Het is voor een deel symboolpolitiek”, stelt Helmantel. „De cursisten zetten een krabbel, maar wat heeft dat voor betekenis?” In het eerste jaar van hun inburgering spreken nieuwkomers nog geen goed Nederlands. „Spreken over normen en waarden is sowieso al ingewikkeld. We hebben dus voortdurend een tolk nodig. Alles wat je zegt over democratie of gendergelijkheid moet eerst vertaald worden, en wat de cursisten ervan vinden ook. Dat vertraagt enorm en maakt dialoog en discussie lastiger.” De workshops zouden meer opleveren als ze later in het inburgeringstraject gegeven zouden worden, vindt hij.

Maar het gaat bij de workshops om meer dan het overbrengen van theoretische kennis over normen en waarden. Het gaat er uiteindelijk om dat de deelnemers actief worden in de samenleving, vinden Helmantel, Van der Leij en ook Amir Mahmoud. Hij is directeur van Stichting1, die de integratie van nieuwkomers probeert te bevorderen. „In de vierde bijeenkomst inventariseren we op welke manier de deelnemers graag zouden willen participeren in de maatschappij. Met iemand wandelen, sporten, bij ouderen op bezoek gaan, vrijwilligerswerk, dat kan van alles zijn”, legt hij uit.

De stichting helpt de nieuwkomers vervolgens in contact te komen met bijvoorbeeld wijkteams, sportclubs of culturele instellingen, om zo die participatie te bevorderen. „Pas als je meedraait in de samenleving, kun je je normen en waarden echt eigen maken.” Anderen willen een opleiding volgen of zo snel mogelijk aan het werk. „Wij laten hen dan zelf plannen maken om stappen te zetten.” Aan de motivatie van de deelnemers zal het niet liggen, menen alle drie.

Twee jaar later

Een van de nieuwkomers die al workshops heeft gevolgd, is Wasim (38). Hij ontvluchtte in 2015 de Syrische burgeroorlog. „Vorig jaar heb ik hier in Leeuwarden een woning toegewezen gekregen, in een flatgebouw. Daar ben ik blij mee.” In het Nederlands kan hij zich al prima redden. Ruim binnen de gestelde termijn van drie jaar slaagde hij voor zijn inburgeringsexamen. „Maar bij die inburgeringscursussen leer je niet goed genoeg Nederlands. Het is te weinig om echt te kunnen meedoen in Nederland, dat merk je gewoon.”

Daarom is Wasim nu op eigen initiatief met een cursus Nederlands op B1-niveau bezig „en straks wil ik B2 halen. Het geeft best een kick om andere nieuwkomers met de taal te kunnen helpen, terwijl zij hier soms al langer zijn dan ik. Dat geeft me het gevoel: kijk, jongens, ik doe hard mijn best.”

Toch was dat tot nu toe niet genoeg om te kunnen doen wat Wasim eigenlijk zou willen. „Ik heb twaalf jaar ervaring in de marketing en werkte in Syrië met Europese en Amerikaanse bedrijven samen, dus mijn Engels is prima. Ik wil graag weer iets doen in de marketing of pr.” Maar het lijkt of hij niks heeft aan zijn diploma op mbo4-niveau, stelt Wasim vast. „Stagelopen, vrijwilligerswerk doen, prima, maar je moet werkervaring híér hebben, merk ik. Ik heb heel veel gesolliciteerd, maar als ik al reactie krijg, dan is het: we zoeken net even iemand anders. Of: je bent overgekwalificeerd. Tja.”

Intussen zit Wasim niet stil. Hij tolkt bij cursussen van Vluchtelingenwerk, doet mee aan een theaterproject van de NHL Hogeschool en hij laat zich inzetten bij Leeuwarden Culturele hoofdstad 2018. „Het verkeer regelen, gasten rondleiden. Ik wil wat doen! Maar het liefst heb ik natuurlijk een baan.”

Over de inburgeringscursussen die hij volgde, heeft Wasim gemengde gevoelens. „Als het gaat over de wetten en regels hier, of bijvoorbeeld hoe het zorgsysteem werkt, dan is dat nuttig om te weten. Maar bij de module ”Kennismaken met de Nederlandse maatschappij” moesten we het hebben over vragen als: wat doe je als je ruzie hebt met de buren? Ja, natúúrlijk ga ik met ze praten.” En over gelijkwaardigheid van man en vrouw hoef je Wasim naar eigen zeggen ook niks te vertellen. „Ik kom uit een liberale familie. Twee zussen van me werken in Dubai. Vrouwen zijn gelijkwaardig, al vind ik het wel netjes om de deur voor ze open te houden en zo.”

Zijn handtekening onder de participatieverklaring heeft er niet toe geleid dat Wasim ineens al zijn culturele bagage uit Syrië overboord heeft gegooid. „Dat hoeft ook niet. Ik wil de goede dingen van mijn land van herkomst combineren met het beste van hier. Hoe in Syrië ouderen gerespecteerd en verzorgd worden, dat koester ik. Hier is iedereen erg op zichzelf en er is weinig contact met buren. Jammer, want je voelt je niet meteen opgenomen in je buurt. Daar moet je zelf hard voor werken. Het fijne van Nederland is de vrijheid. En dat mensen je niet voortdurend in de gaten houden en over je roddelen.”

Hoewel volop participeren in de samenleving lastiger blijkt dan Wasim had gehoopt, wil hij Nederland toch een compliment maken. „Ik ben een kleinkind van Palestijnse vluchtelingen. Buurlanden hebben hen in 1948 niet goed ontvangen en tijdens de huidige burgeroorlog zijn de Syriërs ook niet goed opgevangen in de regio. Ik ben nergens zo goed begeleid als hier.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer