Binnenland

Tandarts wil de regie houden over de mondzorg

De discussie over wat mondhygiënisten zelfstandig aan mondzorg mogen doen, is hoog opgelopen. Tandartsen willen mondhygiënisten niet meer leren boren.

Petra Noordhuis (ND)
2 February 2018 20:48Gewijzigd op 17 November 2020 03:18
Minister Bruins wil mondhygiënisten toestaan zelfstandig te verdoven en gaatjes te boren.  beeld Getty Images/iStockphoto
Minister Bruins wil mondhygiënisten toestaan zelfstandig te verdoven en gaatjes te boren.  beeld Getty Images/iStockphoto

Tandartsen, leer mondhygiënisten niet langer hoe ze gaatjes moeten boren. Eén van de twee beroepsorganisaties voor tandartsen, de Associatie Nederlandse Tandartsen, roept daartoe op. De vereniging reageert op plannen van minister Bruins (Medische Zorg), die als experiment mondhygiënisten vanaf 2020 wil toestaan zelfstandig te verdoven, röntgenfoto’s te maken en eenvoudige gaatjes te boren. Nu mogen ze dit alleen onder toezicht van een tandarts. De beroepsvereniging voor mondhygiënisten vindt de ‘stageboycot’ van de tandartsen „onbehoorlijk”, omdat studenten en cliënten last dreigen te krijgen van een discussie over samenwerking in de mondzorg. Wat is er aan de hand volgens beide kampen?

Manon van Splunter-Schneider, voorzitter van NVM-mondhygiënisten, de Nederlandse vereniging van mondhygiënisten:

„De samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten komt op de werkvloer goed van de grond, maar de bestuurlijke discussie over waar de grenzen liggen van de functies, is al vijftig jaar lastig. Dat komt door het conservatieve denken van de tandarts en de gevestigde rolverdeling. Mondhygiënisten bestaan al vijftig jaar in Nederland. Tandartsen worden voornamelijk opgeleid om complexe zaken te behandelen. Mondhygiënisten worden vooral voor preventie opgeleid: het voorkomen van aan plaque gerelateerde aandoeningen en het behandelen van tandvleesproblematiek.

Mensen kunnen zelf kiezen of zij voor controles naar de tandarts of naar een zelfstandig gevestigde mondhygiënist gaan. Heb je een relatief gezond gebit, dan kun je bij de mondhygiënist terecht. Als je uitgebreide zorg nodig hebt, moet je naar de tandarts. Het merendeel van de mondhygiënisten werkt in een mondzorgpraktijk, dus onder één dak met de tandarts. Het is makkelijk voor de patiënt als de tandarts en mondhygiënist op één locatie werken, maar beiden kunnen ook best op verschillende plekken werken, als er maar goede afspraken over de samenwerking zijn.

Mondhygiënisten mogen anesthesie (verdoving) al zelfstandig uitvoeren, weliswaar in opdracht van de tandarts, maar die hoeft daarbij niet aanwezig te zijn. Sinds 2002 is het boren van het ‘eerste gaatje’ in de hbo-opleiding voor Mondzorgkunde opgenomen. We mogen het eerste beginnende gaatje in een kies behandelen. Als er al een vulling in zit en die moet eruit worden gehaald, dan is dat tandartswerk. Röntgenfoto’s maken doen we nu in aanwezigheid van de tandarts. We leren in de opleiding wanneer het verantwoord is een röntgenfoto te maken en hoe je de foto’s moet lezen. Om zelfstandig foto’s te kunnen maken, moeten we nog een aanvullend certificaat halen om het apparaat te beheren.

Wij zijn blij dat de minister nu doorpakt en meer gebruik wil maken van onze professionaliteit. Wij begrijpen de angst van tandartsen voor de veiligheid niet. Als je als mondhygiënist een eerste gaatje behandelt en je bij het boren toch dieper komt en een zenuw raakt, dan is het vooral belangrijk dat je weet hoe je moet handelen en dat je met de tandarts goede afspraken hebt gemaakt over hoe je doorverwijst.

Het is een beetje vergelijkbaar met het trekken van een verstandskies. Een tandarts kan dat zelf doen of doorverwijzen naar een kaakchirurg. Als een tandarts het zelf doet, breekt een verstandskies ook wel eens af. Toch is het niet zo dat de kaakchirurg er de hele tijd bij zit.”

Jan-Willem Vaartjes, voorzitter van de Associatie Nederlandse Tandartsen:

„De vergelijking met het trekken van verstandskiezen, gaat volledig mank. Verstandskiezen trekken komt veel minder voor dan het behandelen van gaatjes. Ongeveer 30 procent van het tandartswerk bestaat uit vullingen. We restaureren dus jaarlijks miljoenen tanden en kiezen met een vulling. Van de mensen krijgt 2 tot 3 procent napijn na het boren. Die problemen zijn inherent aan het boren. Wij tandartsen ‘maken’ ook kiespijn. Het probleem is dat de mondhygiënist een te kleine gereedschapskist heeft. Een patiënt die pijn krijgt bij het boren, moet alsnog naar de tandarts. Die zit niet altijd dichtbij. In Zeeland kan het best zo zijn dat je er 20 kilometer voor moet rijden. De tandarts heeft bovendien meestal de wachtkamer al vol zitten. Wij vinden het slechte zorg als een patiënt met pijn over straat moet. Wij willen geen uitgeklede tandartspraktijk. Zorg bieden op één plek is de toekomst voor de tandzorg. Daarom weigeren we voorlopig mondhygiënisten het boren te leren. Mondhygiënisten leren in de opleiding al boren, maar de praktijkervaring doen ze op bij tandartsen.

De minister heeft ons geschoffeerd door dit experiment in een persbericht aan te kondigen, terwijl er nog een gesprek stond gepland, er nog onderzoeken lopen en een commissie nog werkt aan een advies. Wij begrijpen niet waarom je mondhygiënisten in zelfstandige praktijken zou laten boren. Ik ben bang dat de minister niet weet dat mondhygiënisten en tandartsen hetzelfde tarief rekenen voor boren. Hij denkt vermoedelijk dat de zorg er goedkoper van wordt. Maar de zorg wordt juist duurder: als iemand na het boren alsnog met spoed naar de tandarts moet, rekent die daarvoor een spoedtarief.

Volgens mij zitten de mondhygiënisten ook niet zo op dat boren te wachten. Ze willen vooral graag röntgenfoto’s maken, omdat ze daar goed mee kunnen verdienen. Dat is belangrijk voor zelfstandige mondhygiënisten. Van de mondhygiënisten werkt 70 procent in een tandartspraktijk, 30 procent werkt zelfstandig. De vereniging van mondhygiënisten bestaat vooral uit zelfstandige mondhygiënisten. Het hele bestuur bestaat er ook uit.”

Hans Scholten, woordvoerder van de andere beroepsorganisatie voor tandartsen, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde:

„Wij zijn fel tegen dit experiment, want het stimuleert mondhygiënisten om individueel te werken en dat is een slechte zaak. Wij geloven in complete mondzorg onder één dak onder leiding van de tandarts. Wij kunnen ons voorstellen dat mondhygiënisten verdoven ook zelfstandig willen doen, want tandvleesbehandelingen kunnen best pijnlijk zijn. Maar we zijn tegen het zelfstandig boren, want als er bij een mondhygiënist die alleen werkt wat mis gaat, is er geen tandarts in de buurt. De huisarts is de coördinator van jouw gezondheidszorg. Zo wil de tandarts de coördinator van jouw tandzorg zijn. Dat is duidelijk voor mensen en efficiënter. Als je één ingang hebt, heb je ook één behandelplan en één patiëntendossier. Natuurlijk kun je samenwerken als je niet onder één dak werkt, maar dan moet de tandarts individuele afspraken maken met de individueel werkende mondhygiënisten in de regio. Dat is ingewikkeld, onnodig en levert veel rompslomp op. We begrijpen dat de Associatie Nederlandse Tandartsen oproept tot een stageboycot, gezien de manier waarop de minister dit experiment naar buiten heeft gebracht. De minister is door de Tweede Kamer opgeroepen in gesprek te gaan met de beroepsgroepen. Wij willen dit gesprek eerst afwachten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer