Binnenland

„De telefoon ’s nachts naast het oor. Dát is huisarts zijn”

Na 33 jaar nam huisarts Wim Brunninkhuis eind vorige maand afscheid van zijn praktijk in het Friese Drachten. Ruim 3700 patiënten missen de goedlachse dokter nu al. Zelf is hij nog lang niet klaar.

Wybe Fraanje
10 January 2018 16:27Gewijzigd op 17 November 2020 03:09
Oud-huisarts Brunninkhuis: „Ik heb veel verdriet gezien, maar ook veel plezier. Dat is een enorm voorrecht, dat ik al dat lief en leed van dichtbij heb mogen meemaken. Wie mag dat nu eigenlijk?” beeld Marchje Andringa
Oud-huisarts Brunninkhuis: „Ik heb veel verdriet gezien, maar ook veel plezier. Dat is een enorm voorrecht, dat ik al dat lief en leed van dichtbij heb mogen meemaken. Wie mag dat nu eigenlijk?” beeld Marchje Andringa

Hij heeft het hart op de tong en een uitgesproken mening over hoe de zorg behapbaar en betaalbaar kan blijven in een vergrijzende samenleving. Patiënten lopen weg met huisarts Wim Brunninkhuis (63) uit Drachten. Hij is de afgelopen tijd overladen met afscheidskaartjes, -mailtjes en -cadeautjes. Mensen die hem met tranen in de ogen een dikke knuffel geven. Wie hem spreekt, weet waarom: Brunninkhuis is een luisterend, pratend mensenmens.

Hij wilde overal bij zijn. „In mijn vrije tijd was ik altijd bereikbaar voor mensen die er slecht aan toe waren, die op de nominatie stonden om afscheid van het leven te nemen. Daar was ik altijd bij. De telefoon ligt ’s nachts naast mijn oor. Dát is huisarts zijn. Als je dat soort dingen al niet wilt doen, moet je geen huisarts worden. En ik neem de tijd. Mijn spreekuur loopt altijd uit. Ik ben niet een man van tien minuten.”

Anderhalvelijnscentrum

Corrie Jongsma heeft de praktijk van Brunninkhuis overgenomen. Sinds 2011 werkte zij twee dagen per week samen met de Friese huisarts. Daardoor kreeg Brunninkhuis tijd om zich met andere zaken bezig te houden.

Brunninkhuis richtte samen met onder meer zorgcentrum Nei Bertilla en De Friesland Zorgverzekeraar het „anderhalvelijnscentrum” Sûnenz op. Ook organiseerde hij de ketenzorg rond chronische ziekten, de regiopoli en de zogenoemde huisartsenbedden waardoor patiënten tijdelijk kunnen worden opgenomen in zorgcentra. In de regiopoli houden medisch specialisten, op aanvraag van de huisarts, spreekuren op het gebied van cardiologie, orthopedie en dermatologie.

Het zijn zorgvernieuwingen waar Brunninkhuis mede-initiatiefnemer van was. Ze hebben landelijk belangstelling getrokken of zijn zelfs al gemeengoed. „In het begin was het moeilijk, hoor. Bij die huisartsenbedden vond men het maar raar dat ik dat verzon. Nu word ik gebeld en gemaild door mensen die er meer van willen weten en zijn veel collega-artsen en bestuurders op bezoek geweest in Sûnenz.”

Ook richtte hij het ketenzorgbedrijf Catena op, waar diabetes, hartklachten, COPD en astma worden behandeld. „Ik dacht anders dan andere huisartsen. Routinecontroles moet je niet zelf doen. Dat is funest. Je moet je werk aantrekkelijk houden. Dat geldt ook voor je personeel.

De bulk van de ketenzorg is routine. Iemand die dertig jaar diabetes heeft, vier keer per jaar moet worden gecontroleerd en steeds goede uitslagen heeft, hoef ik niet te zien. Bemoei je met zaken die niet goed gaan. Ik heb de afspraak: Geen bericht is goed bericht. Dat scheelt zo verschrikkelijk veel tijd.”

Keuzes maken

Brunninkhuis laat de patiënt altijd meedenken en meepraten, mits de patiënt dat kan en wil. „Ik leg de opties voor en laat de patiënt de keuze maken. Soms willen mensen helemaal geen medische behandeling. Bijvoorbeeld: iemand met kanker kan nog een aantal maanden langer leven met chemotherapie. Maar wat levert dat op? Dan ben je misschien zes maanden lang beroerd en misselijk. Wil je dat? Is dat het waard? Menigeen zal afzien van een chemo als hij weet wat de consequenties zijn. Ik leg opties voor en beslis niet. Ik ben meer adviseur dan geneesheer.

Ik heb vrouwen zien bevallen wier dochters ook weer bevielen. Ik heb gezinnen zien opgroeien. Ik heb veel verdriet gezien, maar ook veel plezier. Het is een enorm voorrecht dat ik al dat lief en leed van dichtbij heb mogen meemaken. Wie mag dat nu eigenlijk? Ik heb altijd heel veel plezier gehad in mijn werk. Tot de laatste dag heb ik kunnen lachen.

Ik heb een toptijd gehad in die 33 jaar. Ik kan niets anders zeggen. Ik beleef plezier aan het leveren van een bijdrage om de kwaliteit van leven iets te ver- beteren. Dat is mijn drive: mensen het leven aangenamer maken.”

Deze levenslust heeft Brunninkhuis opgedaan in zijn moeilijke jeugd, denkt hij. Zijn vader overleed op jonge leeftijd aan longkanker, moeder bleef op haar 48e achter met tien kinderen. „Boeken voor school kon ik alleen kopen als ik er zelf voor werkte. Nieuwe kleding ook. We waren letterlijk straatarm. Vakantie heb ik niet gekend.

Met mijn broers heb ik heel wat huizen in de verf gezet voor een rijksdaalder per uur. Die mentaliteit zit er bij ons allemaal in: denken in mogelijkheden. Kijk eens wat je wel hebt. Ik denk dat ik dat ook heb kunnen overbrengen op mijn patiënten. Ik kreeg onlangs een mail van een patiënt: Bedankt ook voor de schoppen onder mijn kont.”

Zeer rijk man

Brunninkhuis is niet het type dat stil zal gaan zitten nu hij met pensioen is. „Ik ga eerst eens lekker uitslapen. Dat heb ik wel gemist. ’s Ochtends de krant lezen met een kop koffie, dat heb ik door de week nooit gekund. Ik zal ook wat vaker op vakantie gaan, daar heb ik geen hekel aan. Lezen, schrijven, golfen: ik zal mij absoluut niet vervelen. Ik heb een lieve partner; onze drie kinderen zijn inmiddels uitgevlogen. Ik ben een zeer rijk man.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer