Dit zijn de drie trends in jongerenland
Hoe ziet het leven van de bijna 5 miljoen jongeren in Nederland eruit? Drie trends uit de wereld van de jeugd van tegenwoordig, volgens de donderdag gepubliceerde Jeugdmonitor van het CBS.
Ongetrouwd, maar dromend van huwelijk
Waar jongeren wonen? In de Biblebelt, laat het CBS zien. Van de inwoners van Urk was begin dit jaar maar liefst 46 procent jonger dan 25. Staphorst staat op de plek twee met 38 procent. Een stuk meer dan het landelijk gemiddelde van 29 procent. Ook in Reimerswaal, Renswoude en studentensteden als Groningen en Wageningen is de jeugd goed vertegenwoordigd. Aan de randen van Nederland –vooral Limburg, Zeeland en Noordoost-Nederland– wonen weinig jongeren.
De gezinnen waarin ze opgroeien veranderen: steeds meer kinderen wonen in een eenoudergezin. En steeds meer kinderen hebben ongetrouwde ouders: 44 procent van de vorig jaar geboren baby’s. Rond de eeuwwisseling gold dat nog voor slechts een kwart. Van de eerste kinderen in een gezin die vorig jaar het levenslicht zagen, werd zelfs iets meer dan de helft geboren bij een ongehuwd stel.
Baby’s hebben ook oudere papa’s en mama’s. Moeders zijn tegenwoordig gemiddeld 31,2 jaar wanneer ze een kind krijgen; vaders drie jaar ouder.
Nog altijd willen de meeste jongvolwassenen ooit trouwen: van de twintigers die ongehuwd samenwonen zo’n 70 procent. Vooral vrouwen dromen van een huwelijk. Een kwart van hen wil binnen drie jaar in het huwelijksbootje stappen, tegenover 15 procent van de mannen. Trouwen gebeurt steeds later. Van de 20- tot 25-jarigen was 7 procent getrouwd in 2000; in 2017 nog slechts 3 procent.
Vrijwel alle jongeren hebben een kinderwens. Een gezin met twee kinderen is nog steeds favoriet. Vrouwen verwachten iets meer kinderen te krijgen dan mannen.
Drinken, maar niet als tiener
Fors minder tieners drinken alcohol dan aan het begin van deze eeuw. Onder jongvolwassenen is de alcoholconsumptie het afgelopen decennium nauwelijks veranderd. Ongetwijfeld mede dankzij de leeftijdsgrens die in 2014 van 16 naar 18 jaar ging. Een meerderheid van de jongeren staat overigens helemaal achter die norm. Een derde vindt echter dat drankjes met weinig alcohol niet verboden zouden moeten zijn onder de 18.
Vooral jongeren die op het platteland wonen, drinken weleens een glaasje. Deels komt dat omdat zij vaker een Nederlandse achtergrond hebben en er onder de stadse jeugd meer migranten zijn. Hoogopgeleide jongvolwassenen drinken meer dan hun lager opgeleide leeftijdsgenoten.
Overmatig drankgebruik komt vooral voor onder jongvolwassen mannen. Roken neemt ook af: nog geen tiende van de tieners steekt weleens een sigaret op, tegenover een derde van de jongvolwassenen.
Jonge mannen die alcohol laten staan, hebben vaker overgewicht. Opvallend genoeg zijn drinkende dames tussen de 18 en de 25 jaar sportiever dan jongvolwassen vrouwen die geheelonthouder zijn. Wellicht willen zij zo hun ongezonde levensstijl compenseren?
Moe, maar tevreden
Maar liefst 85 procent van de jongeren was vorig jaar tevreden met hun leven. Hoe hoger ze zijn opgeleid en hoe jonger ze zijn, hoe positiever ze in het leven staan. Wie samenwoont of nog thuis woont, staat over het algemeen positiever in het leven dan alleenstaande jonge mannen en vrouwen.
Jongeren oordelen ongeveer net zo tevreden over hun leven als de gemiddelde Nederlander. Slechts 3 procent is ontevreden over het leven.
Jongvolwassenen beoordelen hun leven gemiddeld met het cijfer 7,6. Wel geven ze hun psychische gesteldheid een hogere score (7,9) dan hun lichamelijke gezondheid (7,5). Bij dat laatste oordeel speelt overgewicht een belangrijke rol.
Een op de vijftig jongvolwassenen voelt zich in sterke mate eenzaam. Slaaptekort is een veel groter probleem: bijna de helft van de jongvolwassenen is (heel) moe. Ook zeggen jongeren relatief vaak stress en bezorgdheid te ervaren.
Wat verder opvalt is dat de jeugdcriminaliteit volgens de Jeugdmonitor spectaculair is gedaald. Het percentage jongeren dat geregistreerd staat als verdachte van een misdrijf, is in tien jaar tijd meer dan gehalveerd – van 4,5 naar 2 procent. Vooral minderjarige verdachten blijven opvallend achter, althans in de cijfers.