„Elk adoptiekind maakte trauma mee”
„Alle geadopteerde kinderen lopen een trauma op. Ze kennen het verlies van hun moeder.”
Dat zei Gera ter Meulen zaterdagmiddag in haar lezing tijdens de najaarsvergadering van de Adoptievereniging Gereformeerde Gezindte (AVGG) in Gouda.
Ter Meulen, eigenaar van KennisBureau ter Meulen, sprak voor ruim honderd adoptie- en pleegouders. Adoptiekinderen moeten zich hechten aan adoptieouders. Adoptiekinderen jonger dan twaalf maanden hechten zich op dezelfde manier als kinderen in een normaal gezin. Kinderen ouder dan twaalf maanden hechten zich minder in een adoptiegezin, betoogde ze. Volgens haar hebben alle geadopteerde kinderen een trauma opgelopen. „Zeker wat betreft het verlies van hun biologische moeder. Dat heeft scheiding teweeggebracht.”
Het brein kan op verschillende manieren op stress reageren, legde ze uit. Een normaal mensenbrein kan op stress reageren en dingen herstellen. Bij een zogenaamd zoogdierbrein stopt stress het denken en wordt dat door emoties overgenomen. Het brein slaat angstherinneringen op. Een reptielbrein heeft bij stress onvoldoende spanning om dingen te verwerken, het is niet in staat om aan ellende te ontsnappen, weet niet te vluchten en verstart. Daardoor verandert de werkelijkheid.
Stress is volgens Ter Meulen op zich een gezonde reactie. Stress die te lang duurt en te heftig is, noemt ze toxische stress. „Je bent dan volkomen machteloos. Onderzoek toont aan dat dit vaak voorkomt bij kinderen die in een kindertehuis zijn geplaatst”, zegt ze. Volgens haar is daar vaak sprake van verwaarlozing, ondervoeding, mishandeling of zelfs misbruik. Tot het derde levensjaar heeft een kind soms tachtig verzorgers gehad. Verwaarlozing is volgens haar erger dan mishandeling. Ter Meulen gaf aan dat herstel mogelijk is. Ouders kunnen stress reguleren en vertrouwen herstellen.