Ds. C. Vogelaar veertig jaar predikant
Ds. C. Vogelaar, predikant van de Gereformeerde Gemeenten, staat in zijn negende gemeente. Drie gemeenten diende hij in Nederland, zes in de Verenigde Staten en Canada. „Nog steeds ben ik bezig de les te leren: „Gij weet o God hoe ’k zwerven moet op aard’.””
Op 31 augustus herdenkt ds. Vogelaar (75) uit Clifton (VS) zijn 40-jarig ambtsjubileum. „Dat heeft de Heere gegéven. Gegéven, dat moet ik wel onderstrepen. De Heere heeft veertig jaar verdriet gehad van dit verkeerd geslacht. Dat moet ik óók onderstrepen. Verdriet gehad van mijn ambtelijke schuld, van mijn eigenliefde en dwaasheid. Maar ik mag ook niet verzwijgen dat God goed geweest is voor een slecht mens als ik ben. Er valt niets te roemen in mijzelf, hoewel ons eerrovend en zelfbedoelend bestaan daar zo toe geneigd is. Hij heeft mij nog niet uit Zijn dienst weggestuurd. Dat zou wel verdiend zijn geweest.”
Voorbijgangers
Negenmaal deed ds. Vogelaar intrede, achtmaal nam hij afscheid. „Altijd maar weer verkassen, dat was weleens erg moeilijk. Het hele leven is afscheid nemen. Het is maar een poosje dat we hier zijn. Het beroepingswerk is geen zaak van mensen. Ik zou geen stap durven zetten als ik niet mocht weten dat Hij voorging. Sommige ambtsbroeders mogen heel lang in een gemeente blijven, maar dat was mij niet gegeven. De Heere weet wel wat goed is voor een dominee en voor een gemeente.”
In Nederland heeft ds. Vogelaar kinderen, vrienden en ambtsbroeders wonen. „Soms zou je weleens wat dichterbij willen zijn, om elkaar wat meer te ontmoeten. Gelukkig heb ik weinig last van heimwee. Aan de andere kant kan ik ook weer niet zeggen dat ik een volbloed Amerikaan ben. Misschien voel ik mij wel nergens thuis. De strijd blijft, in Nederland en in Amerika. Ik heb mijzelf nergens in mee. De prediker zegt: „Ik weet dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn; er is niet toe te doen, noch is er af te doen.” Dat is het houvast bij alles wat voorbijgaat.”
Europa achterna
In de veertig jaren dat ds. Vogelaar predikant was, heeft hij de kerkelijke neergang, de verwereldlijking meegemaakt, zowel in Nederland als in Amerika. „Als je de zuigkracht van de wereld ziet, met de moderne media, dan kun je wel bezorgd zijn. Iedereen heeft een bioscoop in de broekzak en een discotheek in de hand. Als je alleen maar om je heen ziet, zou je zeggen: „De dijken zijn gebroken.” Daar kun je moedeloos van worden. Gelukkig zie ik ook veel jonge mensen die in alle ernst bezig zijn met Gods Woord. Het zaad zal Hem dienen. Ik ben niet somber, wel ongerust.”
Toch is het leven in Amerika in dit opzicht nog wel iets anders dan in Nederland, zegt hij. „In Nederland is het vreemd als je kerkelijk meelevend bent. Van de Amerikanen gaat 40 procent naar de kerk. Het hoort hier bij de cultuur om nog een beetje godsdienstig te zijn. Maar ik ben wel bang dat we in dit opzicht West-Europa achternagaan.”
In zijn jeugdjaren in Rotterdam-Zuid en Zoetermeer maakte Cornelis Vogelaar het gezelschapsleven mee. „In Nederland is dat vrijwel verdwenen. In Amerika maken de grote afstanden het lastig om bij elkaar te komen. Ik mis dat wel, samenbinding onder Gods kinderen. Bart Roest uit Scherpenzeel zei vroeger weleens: „Laten we nog maar eens wat bij elkaar kruipen, want er is zwaar weer op komst.” Dat zware weer is inmiddels wel gekomen, maar het „bij elkaar kruipen” is weg. Mijn vader sprak vroeger vaak over het hemelleven. Dan zei hij: „Waar Luther en Calvijn voor eeuwig vrienden zijn.””
Wat we missen, dat zijn lastdragers en voorbidders, zegt de predikant. „Mensen die je meedragen naar de troon der genade vallen weg. Zulke mensen maken geen reclame voor zichzelf, maar zuchten mee in het verborgene. Boven zijn steeds meer lovers, beneden steeds minder zuchters. De Heere haalt Zijn volk thuis.”
Zonder verhindering
Veertig jaar heeft ds. Vogelaar gepreekt. Wat was de boodschap van al die preken? „Dat de Heere het waard is om gediend en gevreesd te worden, dat Christus uitnemend dierbaar is, dat er bij Hem nog steeds plaats is voor de grootste der zondaren, dat God instaat voor Zijn eigen werk en dat dat werk zonder enige verhindering zal doorgaan. Het was me een vermaak om op de preekstoel Christus voor te stellen en uit te stallen, ook al ben je altijd afhankelijk van de werking van Gods Geest. Zonder de Geest blijven het maar woorden, dan is alles zo leeg. Als op zaterdag de vorst der duisternis tekeergaat, heb je vaak de ruimste zondag. Het is alsof de duivel het weet wanneer hij in de buurt moet zijn. Maar God weet dat ook.”
Ds. Vogelaar was 73 jaar toen hij het negende beroep aannam, naar de kleine gemeente van Clifton. „Met emeritaat gaan is in Amerika ingrijpender dan in Nederland. In Nederland kun je als emeritus predikant nog veel werk doen in vacante gemeenten. Als je hier als emeritus een vacante gemeente wilt dienen, is het altijd lang vliegen en ver reizen. De Heere wees mij duidelijk Clifton aan als mijn negende gemeente. Ik ben blij dat ik nog een gemeentetje mag hebben.”
Weggevallen
Over zijn ambtsjubileum zegt ds. Vogelaar: „Er zijn de laatste tijd zo veel ambtsbroeders weggevallen. Waarom mag ik nog op de preekstoel staan? Ik hoop dat de Heere mij een plaats geeft in het stof en in de verwondering. Voor een vaak zo ontrouwe knecht heeft Hij de Getrouwe willen zijn. Uw vrije gunst alleen word’ de ere toegebracht. Mocht dat bij het gedenken, als de Heere het geeft, de lofzang zijn.”
Ds. C. Vogelaar veertig jaar predikant
Cornelis Vogelaar werd op 5 juni 1942 geboren in Amsterdam-West. Hij was docent Nederlands in Harderwijk, daarna in Mijdrecht en aan de Driestar in Gouda. In Mijdrecht was Vogelaar ouderling. In 1973 werd hij toegelaten tot de predikantenopleiding in de Gereformeerde Gemeenten. Hij diende Genemuiden, Benthuizen, St. Catharines (Can.), Franklin Lakes (VS), Grand Rapids-Beckwith (VS), Kalamazoo (VS), Zwolle en Grand Rapids-Covell Avenue (VS). Sinds oktober 2016 dient hij Clifton. Ds. Vogelaar is docent aan de predikantenopleiding van de Netherlands Reformed Congregations (de Amerikaanse zustergemeenten van de Gereformeerde Gemeenten).