Het verhaal achter drie landschapstegels
Eind achttiende eeuw ging het in Holland slechter met de economie, en dat gold ook voor de aardewerkbedrijven. Maar in het Friese Makkum bloeide die industrie nog volop. Er was geld voorhanden om een getalenteerde Hollandse tegelschilder uit Amsterdam weg te kopen. Die op zijn beurt zijn kennis en kunde in Friesland verspreidde. Het verhaal achter drie landschapstegels.
De familie Kingma uit Makkum besloot in de jaren 1780 een nieuwe ”gleibakkerij” op te richten, naast de fabriek die er al was van de familie Tichelaar. En in Harlingen en Bolsward waren ook al samen vier à vijf gleibakkerijen (ook in Harlingen werd er rond 1783 nog met een nieuwe begonnen). Blijkbaar ging het goed in de sector en was er nog ruimte voor nieuwkomers, terwijl men in Holland goed voelde dat de Gouden Eeuw al honderd jaar voorbij was en er geleidelijk aan steeds meer aardewerkbedrijven verdwenen.
Vakmensen
Nieuwe bedrijven in Friesland zorgen daar voor dynamiek, men moet vakmensen en kennis bij elkaar krijgen, en waar vindt men die? Matthias van Geuns weet raad. Deze doopsgezinde predikant in Makkum herinnert zich uit zijn studiejaren in Amsterdam nog de eveneens doopsgezinde tegelschilder Adam Sijbel (1746-1803). Sijbel is werkzaam aan de Amsterdamse Anjeliersstraat, maar heeft moeite om rond te komen. De hoeveelheid werk is er minder tegen het einde van de vierde Engels-Nederlandse oorlog (1780-1784). Af en toe heeft hij zelfs extra ondersteuning uit de diaconie nodig. En hij is er ook niet de enige vakbekwame schilder. Bovendien is het leeftijdsverschil met zijn vroegere leraar Gerrit de Graaf niet zo groot dat er uitzicht is om hem op korte termijn als eerste schilder op te volgen.
In het familiearchief van Kingma is de arbeidsovereenkomst uit 1784 bewaard waarmee men de Amsterdamse schilder Sijbel naar Makkum haalt. Kingma zal hem zeker tien jaar in dienst houden en werk geven voor een vastgesteld goed loon, zoals doorgaans aan de beste schilders in Friesland gegeven wordt.
Ook als er eigenlijk onvoldoende schilderwerk is, wordt hij voor ander werk toch op gelijke voet doorbetaald. Dat is niet gangbaar. Bovendien zal voor bijzondere opdrachten de prijs per keer besproken worden. En Sijbel van zijn kant verplicht zich ertoe tien jaar voor Kingma te blijven werken.
Uitwisseling
De overeenkomst is niet helemaal naar de letter uitgevoerd, want al binnen enkele jaren zien we de naam van Sijbel ook af en toe opduiken in de loonboeken van de Makkumse concurrent van Kingma, Tichelaar. Voor bijzondere opdrachten is er af en toe uitwisseling mogelijk. Sijbel heeft ook leerlingen opgeleid, zoals Poppe Meinsma, die eveneens voor zowel Kingma als Tichelaar actief is. En in het bedrijfsarchief van Tichelaar zijn enkele ontwerptekeningen bewaard gebleven voor tegels met landschappen van Adam Sijbel. Die ontwerpen heeft Tichelaar waarschijnlijk overgenomen bij de bedrijfsbeëindiging van Kingma in 1812, want goede ontwerpen vormen een belangrijk deel van het bedrijfskapitaal. Tot ver in de negentiende eeuw zijn ze uitgevoerd, waarmee de Amsterdammer Sijbel een belangrijke impuls geeft, niet alleen aan het bedrijf van Kingma, maar ook aan de verdere ontwikkeling van het Friese aardewerk.
De auteur is conservator van het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo.
Hollandse tegelbakkers
Halverwege de achttiende eeuw ondervinden de Hollandse tegelbakkers hinder van hun Friese vakgenoten. In die tijd ziet men collega’s elders in de Republiek nog als buitenlanders. Ze stellen dus in 1753 een verzoekschrift op aan de Staten van Holland. Het Nederlands Tegelmuseum heeft een gedrukt exemplaar van het verzoek.
Vijf tegelbakkers uit Amsterdam en Rotterdam constateren dat „veel schippers, die met steen, kalk en dergelijke uit gemelde provinciën [Friesland en Utrecht] aankomende, in hunne vaartuigen heimelijk een winkel van steentjes houden, en soo deselve, waar sy doorvaren of lossen, uitventen en verkoopen.” Hun voorstel is om de belastingtarieven op de ”grove waren” aan te passen, namelijk fors hogere tarieven voor de buitenlandse import van tegels.
De gecommitteerde raden, die het dagelijks bestuur van Holland vormen, gaan op onderzoek uit en komen tot een compromisvoorstel, waarmee de gemoederen tot bedaren worden gebracht, zoals het lijkt.
Het is overigens niet zo dat er heel veel huizen met Friese tegels te vinden zijn in Holland. Iedere fabriek bediende een eigen, overwegend regionale markt. Toch is het opmerkelijk dat in een boerderij uit Haastrecht, bij Gouda, een complete schouw bewaard is gebleven met tableaus van Adam Sijbel, uit de jaren dat hij al in Friesland werkte. Helemaal tegenhouden kon men de import klaarblijkelijk niet.
Het bovenste segment van de tegelmarkt
Op de drie tegels (zie foto’s) zijn gedetailleerd uitgewerkte landschappen te zien. Er zit een herder met schapen op de voorgrond aan de oever van een rivier met boten, op de achtergrond een brug en een stad. Een andere tegel toont ook een rivierlandschap, met een visser en een man in een bootje die een ton vervoert. Rechts is een overtoom te zien, waarmee schepen over een waterkering getrokken werden.
Op de achtergrond een dorpje met molen, kerk, boerderijen en een kasteeltoren. De middelste tegel laat een stulpje zien met een rieten dak. Een wandelaar, rustend op zijn stok, maakt een praatje met iemand die is gaan zitten.
Het zijn verfijnd uitgewerkte miniaturen op een formaat van pakweg 5 bij 5 duim. Dergelijke tegels zijn vooral in Rotterdam en Amsterdam veel geschilderd en waren bedoeld voor het bovenste segment van de markt. Er zijn paleizen en kastelen tot in Frankrijk en Portugal waar soms duizenden van deze tegels naartoe werden geëxporteerd.
In de huizen en boerderijen in Nederland zie je eerder eenvoudiger, met enkele vlotte streken geschilderde landschappen met herders en hun tot het uiterste geschematiseerde schapen, die eerder op slakken lijken. Het hoekmotief is een anjer met vijf bloemblaadjes, die uit tal van kleine streepjes en stipjes zijn opgebouwd.
Een decoratief motief dat vooral is gebruikt in de Amsterdamse tegelbakkerijen, en in ieder geval in die aan de Anjeliersstraat. Zeker in de jaren na 1770 worden de cirkeltegels met anjerhoek op deze arbeidsintensieve wijze uitgewerkt. En toch zijn deze tegels geschilderd in Makkum.