Rhenense weduwe krijgt geld
De weduwe van een overleden ondernemer die zijn vermogen heeft nagelaten aan drie christelijke goede doelen, moet geld uitgekeerd krijgen uit de erfenis van haar overleden man.
Dat heeft de kantonrechter in Utrecht besloten. De rechter maakt uit het testament van de christelijke zakenman op dat de overledene de zorg voor zijn vrouw belangrijker vond dan het nalaten van geld aan de goede doelen.
Aan dit woensdag gepubliceerde vonnis ging een langslepend conflict vooraf over de interpretatie van het testament van de in 2002 overleden baggerondernemer Kees de Groot. Samen met zijn vrouw woonde hij op landgoed De Hught, bij Rhenen.
Zijn weduwe (77) woont daar, vijftien jaar na zijn overlijden, nog steeds. Ze zit echter in de financiële problemen door onenigheid over het testament. Daarin had De Groot bepaald dat na zijn overlijden het overgrote deel van zijn geld naar de christelijke organisaties Open Doors, Mercy Ships en Jeugd met een Opdracht moest gaan.
De goede doelen mogen echter niet aan het geld komen zolang zijn vrouw leeft. Zij mag het rendement van het kapitaal gebruiken voor haar levensonderhoud en daarvoor zo nodig geld aan het kapitaal onttrekken.
Tegengesteld
Tegelijk bepaalde De Groot in zijn testament dat het kapitaal zo veel mogelijk in stand moet blijven. Die tegengestelde belangen hebben geleid tot onenigheid tussen de weduwe en de tweede bewindvoerder, die samen verantwoordelijk zijn voor het beheer van het vermogen.
De weduwe zegt dat ze de hele nalatenschap mag opsouperen zonder rekening te houden met de erfgenamen.
Nijpend
Daar is de tweede bewindvoerder het niet mee eens; hij vindt dat er te veel wordt ingeteerd op de nalatenschap en werkte daarom niet meer mee aan het uitkeren van geld uit de erfenis. De weduwe belandde daardoor in de financiële problemen en stapte naar de rechter.
De rechtbank spreekt van een „nijpende financiële situatie” die door de tweede bewindvoerder in de hand is gewerkt.
Uit het vermogen van de nalatenschap moet daarom, conform de eis, een maandelijks bedrag van 2622 euro worden uitgekeerd aan de weduwe De Groot, plus een eenmalig bedrag van 50.000 euro.
Dat is volgens de rechter nodig omdat het huidige inkomen van de vrouw ontoereikend is om in haar levensonderhoud te voorzien en de lasten te dragen van het landgoed waar ze woont.
Zelf verdienen
De tweede bewindvoerder van de nalatenschap van de Rhenense ondernemer wees er tijdens het kort geding ook op dat de overledene wilde dat zijn vrouw zelf geld zou verdienen met de exploitatie van het landgoed.
Maar dat argument legt de rechter naast zich neer, omdat die wens niet in het testament staat. Die wens staat alleen vermeld in een begeleidende brief die de overledene aan de notaris heeft gericht.