Cultuur & boeken

Taalrubriek: iets blauwblauw laten

Blauw is niet direct mijn kleur. Terwijl blauw toch allerlei positieve associaties oproept: het blauw van de hemel, het blauw van de trouw, het koningsblauw van de mantels van vroegere adellijke dames (die trouwens ook blauw bloed hadden). Mensen met een ‘blauw’ profiel –ik denk even aan persoonlijkheidstesten die van kleuren gebruikmaken– zijn kalm en nuchter, verantwoordelijk en eerlijk, slim, gestructureerd en betrouwbaar. In het algemeen houd ik veel van zulke mensen uit het ‘blauwe’ hokje, misschien wel het meest van allemaal.

Enny de Bruijn
16 May 2017 11:53Gewijzigd op 17 November 2020 01:38
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Maar toch, als ik vroeger een lijstje van favoriete kleuren moest opstellen, kwam blauw niet in de top drie. Ik ben nog altijd geneigd het rek met blauwe jurken over te slaan, terwijl het toch best mooi kan zijn om iets blauws te dragen. En toen ik voor het eerst een kamer voor mezelf inrichtte, zei een goede vriendin: „Ik vind het mooi, maar het is allemaal zo rood en zwart en bruin en beige, ik heb nog behoefte aan iets blauws. Kun je geen blauwe bloempotten nemen?”

Ik kan me dus best voorstellen dat de uitdrukking ”iets blauwblauw laten” niet zo’n positieve betekenis heeft. Dat geldt trouwens ook voor ”een blauwtje lopen” (afgewezen worden), ”blauwbekken” (het koud hebben) of ”van de blauwe knoop zijn” (geen alcohol drinken). Maar die laatste drie zijn gewoon afgeleid van iets wat letterlijk een bepaalde kleur heeft (de blauwe plekken op de schenen van afgewezen minnaars, de blauwige huidskleur van mensen die blauw zien van de kou, of het blauwe insigne dat drankbestrijders vroeger droegen).

Met ”blauwblauw laten” is het een ander verhaal. Die uitdrukking verwijst naar de vroegere betekenissen die het woord ”blauw” kon hebben: vaag, onduidelijk, ongedefinieerd. Daarom is de hemel ook oneindig blauw. Maar ook: onbetekenend, flauw, schraal, onscherp, deprimerend. Denk aan blauwe maandag, of aan het Engelse ”feeling blue”.

Dat verklaart dan wat je doet als je iets ”blauwblauw” wilt laten: je wilt het niet scherper maken, maar vaag houden en op z’n beloop laten. Eigenlijk spellen we de uitdrukking tegenwoordig verkeerd, leert het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Het moet niet zijn ”iets blauwblauw laten”, maar ”blauw blauw laten”. Het is blauw, wat je blauw moet laten. Zoals Betje Wolff en Aagje Deken schreven: „Wim lief, ik zou maar blaauw blaauw laaten, met Dominé (…), al dat gedisputeer maakt maar heete hoofden.” Blauw is in zo’n situatie beter dan rood van drift.

Tweewekelijkse rubriek waarin de achtergrond van bekende en minder bekende uitdrukkingen wordt onderzocht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer