Cultuur & boekenBoekrecensie

Jules Schelvis was getuige van Sobibor, geen slachtoffer

„Een kleine man met heldere ogen, breekbaar maar ongebroken.” Zo omschreef koning Willem-Alexander Jules Schelvis in zijn dodenherdenkingstoespraak van 2020. Biograaf Cees Banning heeft in ”Jules Schelvis, getuige van Sobibor” meer woorden nodig, maar het beeld blijft staan.

Betsy Biemond-Boer
30 April 2025 20:52Leestijd 7 minuten
Jules Schelvis (1921-2016) overleefde vernietigingskamp Sobibor. beeld RD, Anton Dommerholt
Jules Schelvis (1921-2016) overleefde vernietigingskamp Sobibor. beeld RD, Anton Dommerholt

In diezelfde toespraak op de Dam zei de koning: „Sobibor begint in het Vondelpark, bij het bordje ”Voor Joden verboden”.” Dat hij Sobibor noemde was om meerdere redenen bijzonder. In Auschwitz waren immers de meeste Nederlandse Joden omgebracht, zo’n 57.000; Sobibor volgde op de tweede plaats, met meer dan 34.000 Nederlandse slachtoffers. Ondanks die tweede plaats was er tot lang na de oorlog weinig kennis én weinig belangstelling voor vernietigingskamp Sobibor. Dat dit veranderde, is voor een groot deel te danken aan de inzet van één van de achttien Nederlandse overlevenden, Jules Schelvis (1921-2016). Hij maakte het zijn persoonlijke missie om Himmlers bevel –alle sporen van Sobibor voor altijd uit te wissen– te laten mislukken.

Vanaf een wachttoren gemaakte overzichtsfoto van Lager 1, het deel van het vernietigingskamp Sobibor waar de barakken van de Joodse dwangarbeiders stonden. beeld uitg. Verbum/Stichting Sobibor

Die missie had Schelvis niet altijd al, zo wordt aan het begin van deze biografie al snel duidelijk. Toen hij na een ingrijpende oorlogsgeschiedenis –de jonge Jules overleefde maar liefst negen kampen en liep enkele dagen voor zijn bevrijding nog vlektyfus op– weer terugkwam in Amsterdam, had Schelvis weinig woorden. Hij moest immers verder zien te leven na een kille ontvangst op zijn werk, zonder zijn jonge bruid Rachel, die de selectie op het perron van Sobibor niet had doorstaan, zonder zijn vriend Leo, die op 10 april 1945 was overleden door de kampontberingen, zonder zijn vader en schoonouders. Erover praten rakelde alleen maar verdriet op, zorgde voor slechte nachten.

Jules Schelvis zette direct na de bevrijding zijn ervaringen op papier – nauwgezet, gedetailleerd en feitelijk

Wel had Jules direct na de bevrijding, terwijl hij nog in het ziekenhuis verbleef, zijn ervaringen op papier gezet. Nauwgezet, gedetailleerd en feitelijk, zoals hij ook later alles tot in detail zou uitzoeken en opschrijven. Wanneer zijn kinderen hem vroegen naar zijn ervaringen, verwees hij naar zijn tweede vrouw, die dan deze papieren tevoorschijn haalde.

Unieke getuige

Praten over de oorlog deed Schelvis pas voor het eerst in 1970. Het Vrije Volk, de krant waarvoor hij werkte, wijdde een artikel aan de oorlog en Jules werd gevraagd voor een interview. Daardoor realiseerde hij zich opeens dat hij een unieke getuige was en dat hij moest spreken voor al diegenen die de kampen níét hadden overleefd. Zo zou hij zich de rest van zijn leven blijven zien: als getuige en níét als slachtoffer.

Station Sobibor. beeld RD

Dat getuigen gold met name Sobibor, omdat maar zo weinig mensen dit kamp overleefd hadden. Jules bezocht de belangrijkste processen die er in de jaren zeventig en tachtig gevoerd werden tegen de kampbeulen van Sobibor, trad op als nevenaanklager, interviewde andere getuigen, zelfs diep in de Sovjet-Unie, en documenteerde alles wat hij vond. Hij hield vol, ook al was er in Nederland destijds vrijwel geen belangstelling voor. De tapes die hij opnam van interviews met getuigen van de grote Sobiboropstand van oktober 1943, de enige waarbij het enkele honderden gevangenen lukte om uit een concentratiekamp te breken, bleven decennia op de plank liggen zonder uitgezonden te worden. Pas na de toespraak van koning Willem-Alexander in 2020 werden ze afgestoft en voor het eerst uitgezonden – dertig jaar na de opname.

Al het materiaal dat Schelvis verzamelde, leidde uiteindelijk tot een uiterst nauwkeurige en gedetailleerde studie van zijn hand, ”Vernietigingskamp Sobibor”. Na het verschijnen van dat boek volgde de oprichting van Stichting Sobibor, en zo groeide de aandacht voor Sobibor in Nederland. Onvermoeibaar vond Schelvis nieuwe vertelvormen en nieuwe personen met wie hij de kampverhalen kon delen.

Omdat Jules’ eerste interview in 1970 zo’n keerpunt in zijn leven vormde –van zwijgen naar een leven dat in het teken stond van getuigen– zal Banning ervoor gekozen hebben om de biografie daarmee te beginnen en vanaf dat punt ook te vervolgen. Daar is zeker wat voor te zeggen, al had een uitleg over deze opzet aan het begin van de biografie niet misstaan.

Zoon Leo

Banning –die als econoom en freelancejournalist al eerder een biografie over Cornelis Lely publiceerde– volgt vooral alle publicaties en optredens van Schelvis over Sobibor op de voet. Hoe Jules persoonlijk en als vader en echtgenoot de oorlog verwerkte, blijft wat op de achtergrond; veel meer dan Jules’ eigen woorden dat zijn tweede vrouw Jo hem altijd zo veel steun gaf én de constatering dat de relatie met zoon Leo heel moeizaam was omdat Jules niet kon inzien dat zijn kampverleden ook bij Leo sporen had getrokken, is het niet.

Van de negen kampen waarin Schelvis verbleef, was hij het kortst in Sobibor: slechts enkele uren

Nadat de schrijver alle activiteiten van Schelvis tot aan diens overlijden in 2016 op de voet heeft gevolgd, volgt in het tweede deel van het boek het verhaal van Schelvis’ oorlogservaringen. Ook dat is het lezen meer dan waard. Naast de opmerkelijke redding op het station van Sobibor is er nog vele keren vaker sprake geweest van een redding op het nippertje.

Ondanks dat de namen van Schelvis en Sobibor in de loop van de decennia met elkaar vergroeid lijken geraakt, bracht Schelvis er van alle kampen waar hij verbleef de minste tijd door: slechts enkele uren. Tijdens de selectie bij aankomst –die zeldzaam was, over het algemeen werd iedereen bij aankomst direct vermoord– wist hij de SS’er die selecteerde ervan te overtuigen dat hij bij de andere groep hoorde, ook al wist hij nog niet waar de selectie toe diende en welk lot de overigen van de groep, inclusief zijn jonge bruid Rachel, zou treffen. Dat lot was directe vergassing, zo hoorde hij nadat zijn groep naar een volgend kamp was getransporteerd. Hij twijfelde niet aan deze boodschap. In een handspiegeltje wist hij Rachels beeltenis alle kampen door te smokkelen. Pas in het ziekenhuis na zijn bevrijding raakte hij het tot zijn grote verdriet alsnog kwijt.

Brief

Bijzonder is ook dat Jules in juli 1943 vanuit een getto uit Polen een brief naar Amsterdam wist te posten. Deze kwam aan, een van de zeldzame brieven uit Polen uit die tijd die Nederland bereikt hebben. Over het lot van zijn vrouw Rachel en zijn verdere schoonfamilie had hij toen al geen twijfels meer, maar uit angst voor censuur durfde hij niet te schrijven over de gaskamers. In plaats daarvan vroeg hij of er misschien iets met hen was gebeurd, om zijn familie alert te maken. Omdat hij tegelijkertijd schreef dat hij in zijn eigen vakgebied –dat van drukker– werkzaam was, dacht zijn Amsterdamse familie dat de berichtgeving van de bezetter over tewerkstelling in werkkampen juist was. Die boodschap had Jules nooit willen afgeven.

De tweede helft van Schelvis’ leven stond geheel in het teken van verhalen vertellen en doorgeven. Hij ontving er een koninklijke onderscheiding en een eredoctoraat voor. Zijn belangrijkste verdienste was echter dat de verhalen van de kampslachtoffers bekend bleven. Bij koning Willem-Alexander heeft dat indruk gemaakt. Het is te hopen dat zijn toepassing naar aanleiding van Schelvis’ levensmissie ook nu nog doorwerkt: We moeten „níét wegkijken, níét goedpraten”, aldus de koning.

Jules Schelvis, getuige van Sobibor. De man die negen kampen overleefde, Cees Banning; uitg. Verbum; 378 blz.; € 29,50
Op de website www.verbum.nl is een gratis side-boekje te downloaden met artikelen uit Het Vrije Volk van/over Jules Schelvis alsook zijn requisitoir bij het Demjanjuk-proces.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer